Ik dronk na de afgang van gisteravond zoveel rosé, wodka en citroenbrandewijn dat je haast zou geloven dat ik werkelijk iets om voetbal geef. Ik zat met Ilse tot half twee op mijn balkon en durf vandaag de deur niet uit omdat ik bang ben dat de buren alle persoonlijke gesprekken die ik voerde woord voor woord hebben verstaan, dat de mensen in de flat aan de overkant konden zien hoe hard ik moest huilen toen het over vroeger ging en hoe Ilse uit baldadigheid wegwerpschoonmaakdoekjes naar gooide.
Ik heb minstens drie uur lang met de laptop op schoot geprobeerd wat te schrijven, begon aan iets over een oranje zonsondergang, wiste elke zin die ik schreef meteen. Er zitten geen verhalen in dit bonkend hoofd. Straks raap ik alle rommel van het balkon, doe de kussensloop waar mijn wang rood-wit-blauw op heeft gestempeld in de was, probeer wat te eten en val hopelijk vroeg in slaap.