De student psychologie
De vergelijking die hij maakte was die van een kraak. De mens had het vuur gestolen van de natuur. Zo werd het in elke cultuur verwoord. Als een diefstal, niet als gift. We waren ons ervan bewust dat de natuur haar geheimen niet graag prijsgaf.
Wie naar de jungle ging kwam vroeg of laat een slang tegen of muggen. Wie een berg beklom, het water in dook of wilde vliegen moest sowieso een oplossing vinden voor ademnood. Cellen en atomen waren niet eens te zien met het blote oog.
De wetenschap ontwikkelde gereedschap. Vakgebieden. Specialisten. Elke ontdekking werd een feit. De kluis die het aller moeilijkst te kraken was, bleek de menselijke geest. Die werd beschermd door middel van illusies en vooroordelen, de verleiding te geloven dat we hem konden leren kennen gewoon door er te verblijven.
Hij besloot zich toe te leggen op de grootste kraak aller tijden. Het slot open te boren, de scharnieren te smelten, de deur op te blazen. Hij wilde het weten, waarom we deden wat we deden. Of tenminste sterven terwijl hij een poging deed.
De beste vriend
Toen onderzoekers probeerden depressie te lokaliseren in het brein, zagen ze precies dat deel oplichten, dat betrokken is bij zelfreflectie. Dat zei hij. En dat het misschien gewoon niks opleverde om daar te lang te in rond te lopen. Wat hem betreft.
De schrijver (en zzp-er, vier jaar eerder)
Ze had in de intercity gezeten, bezweet en met een rood hoofd. Met een shopper vol losse bonnen op fiets tegen de wind in, om hem op tijd te halen. Toen haar map bij de boekhouder op tafel lag, zag ze zichzelf plotseling zitten. Ze had al jaren meer uitgeven dan er binnenkwam. Niet alleen financieel. Sorry stamelde ze, terwijl de tranen over haar wangen liepen, ik ben ook aan het herstellen van een depressie.
In de trein terug dacht ze na over haar eigen woorden. Herstellen? Ze was die week voor het eerst naar een psycholoog geweest. Ze had een diagnose gekregen. Ze had geen idee wat dat betekende, was voor haar gevoel nog nergens mee begonnen.
De ex-huisarts
De beste dokter was niet een dokter die zichzelf onmisbaar vond, dacht ze. En ook, dat als ze ooit een vorm van evenwicht terug zou willen vinden, in de rol van arts, dat ze het anders aan zou pakken. Het bleef voorlopig een theoretisch experiment. De dokter die van niks weet – zo zou ze haar praktijk omschrijven.
Dezelfde schrijver (nog altijd zzp-er, december 2022)
Tijdens het interview vertelde ze hoe een depressie je waarneming kleurde. Hoe onmogelijk het werd je voor te stellen dat je ooit gelukkig was. Of in de toekomst gelukkig zou worden. Dat ze het iedereen gunde erop terug te kunnen kijken en te denken: was ik daar? En over hoe ze zich, tegelijkertijd, niet gemachtigd voelde om voor een ander te beslissen of zijn (of haar (of diens)) wanhoop erg genoeg was.
Onoplosbaar, zei de interviewer. Ja, antwoordde ze. Ze voelde hoe de punt die hij zette achter het woord haar opluchtte. De stilte de ze voelde in haar lijf. In haar gedachten.