Je denkt: deze situatie heb ik te vaak op het internet gezien. Je denkt: ik zet godverdomme voortaan wel een koeltas naast mijn bureau. Je denkt: rattengif voor Karolien.
Toen je verplicht thuis moest werken begon je met koken. Je had er nooit plezier in gehad, maar om ’s avonds meer vrije tijd te hebben maakte je tijdens de lunchpauze het eten alvast klaar. Het voelde anders, niet pas in de pannen roeren als je om zes uur thuiskwam en je alle energie en levenslust al had verspild aan werken voor een man die maandenlang op vakantie ging van het geld dat jij verdiende en jou maandelijks slechts een fooi uitkeerde, maar koken halverwege de dag, zo ongeveer na je tweede kop koffie, als de zon nog scheen en je nog kon lachen. Je kreeg er aardigheid in. Haalde kookboeken. Ottolenghi. Lawson. Vreugdenhil.
Thuiswerken beviel je, maar toen de politiek het belang van de economie boven dat van ieders gezondheid stelde en de inwoners van het land weer onbeschermd aan het werk mochten, besloot je baas dat iedereen verplicht naar kantoor moest komen. Het was vanaf afstand immers een stuk lastiger zijn macht op zevenentwintig medewerkers uit te oefenen.
Je besloot te blijven koken. ’s Avonds. Je had er inmiddels genoeg plezier in om er energie van te krijgen als je eigenlijk vermoeid was, je at er meteen van en de restjes nam je de volgende dag mee naar kantoor.
Weer op de zaak werken was de hel. Karolien kakelde maar door over haar liefde voor huzarensalade. Johan staarde altijd te lang naar je lichaam. Als je een weekend lang veel drank met keta had gecombineerd vroeg iedereen op maandagochtend of je ziek was. En sinds je op kantoor werkte ging er geen week voorbij zonder dat er eten uit de koelkast verdween. Meestal dat van jou, logisch keuze, maar ook de rijkbelegde sandwiches van Sadou en de salades van Josanne bleken voor de lunchpauze begon regelmatig al opgegeten.
Nadat briefjes op de maaltijden (eerst met je naam, later met met passief-agressieve boodschappen) de diefstal niet wisten te voorkomen, nadat er na uitgebreid roddelen niet duidelijk werd wie de dief was, en nadat jullie binnen jullie beperkte bewegingsvrijheid zoveel mogelijk de wacht probeerden te houden bij de kantine en nog niet ontdekten wie het eten steeds wegnam, besloot je om samen met Sadou en Josanne naar de baas te gaan. Jullie eisten een camera in de kantine, een die op de koelkast gericht was, maar de controledwang van de gezagvoerder bleek alleen aanwezig wanneer het zijn eigen belang diende en hij lachte jullie in je gezicht uit. Het was maar eten.
Even verdacht je hem.
Vanmorgen had je je telefoon in de kantine laten liggen, en toen je hem ophaalde zag je het. Karolien. Voorovergebogen in de koelkast. In de hand waarmee ze de deur openhield zat een lepel. Je overwoog een seconde haar te confronteren, toen bedacht je je, en liep weg.
Nu maak je huzarensalade in een ronde tupperwarebak. Rondom plakjes ham, augurk, kleine bergjes mais. Komkommer. Partjes ei. Je versiert de salade met toefjes ketchup. Je hebt er met niemand over gesproken. Morgen laat je je telefoon weer in de kantine, maar op de opnamestand, en als Karolien de salade opeet staat alles op beeld. Je zet wat toefjes mayo. Je zal haar confronteren.
Je zucht eens diep. Dan pak je een klein zakje uit je portemonnee, neemt er een sleutelpunt uit en tikt de sleutel leeg in een kommetje. Je roert er wat mayo door, schept het mengsel uit het kommetje en smeert het in een kleine cirkel uit in het midden van de salade. Je strooit er royaal zout over. Peper. Gedroogde bieslook. Een half tomaatje. Dan pak je de deksel, sluit de bak en gaat naar bed.