‘Hebben we nog aardbeien?’
‘Misschien.’
‘Hoezo, misschien?’
‘Als jij eens een keer de boodschappen zou doen, zou je weten of we aardbeien hadden.’
‘O, gaan we zo beginnen?’
‘Ik begin helemaal niks. Jij begint over aardbeien.’
‘Prima. Kijk ik toch zelf even?’
‘Neem je ook slagroom mee?’
‘OMG! Ze zijn niet biologisch.’
‘Heb jij enig idee wat biologische aardbeien kosten?’
‘Nou en? De kinderen! De toekomst! De planeet!’
‘€ 5,55 voor een bakje.’
‘Waar zijn de borden gebleven?’
‘Staan al een jaar in het linkerbovenkastje. #zucht. Laatmijmaarweer.’
‘Schiet op. Het begint.’
‘Wat begint?’
‘House of cards.’
‘Alsof we daar nog niet genoeg van hadden in dit huis.’
‘Ssst…’
‘Jesse?’
‘Stil nou.’
‘Je wilde toch meer zichtbaarheid?’
‘Wat?’
‘Als mens, als familieman?’
‘Niet nu, Jolein.’
‘Ik heb een foto van je op facebook gezet.’
‘Wat?’
‘Nu. Een foto.’
‘Nee! Niet in mijn pyjama!’
‘OMG. De likes stromen binnen. Weet je? Ik zou een youtube kanaal kunnen beginnnen. Beetje real life, vleugje politiek, met de jongens op het strand, kinderkledingmerk eraan verbinden. Jesse?’