‘Staatsgrepen, ze moesten verboden worden!’ (…) ‘Om te beginnen binnenshuis!’, vervolgde Olmwroeg richting zijn teergeliefde Frismibsja, die in haar eigen belang niets maar dan ook niets had gezegd. Ze had wel iets uitgestraald – ja dat wist zij ook wel. Nieuwe hoop ofzo, of iets anders obstructiefs. Zij zette zich snel aan een werkje. ‘Had ik maar veertig levens,’ verzuchtte ze, ‘of op zijn minst twee. Dan zou ik in dat andere leven een politica worden. En alle dingen zeggen die ik op mijn hart heb. Hoewel… dan zou ik dat tweede leven waarschijnlijk gauw kwijt zijn, je weet hoe dat gaat. En dan heb ik er nog maar één, net als nu. Laat ik met mijn ene leven maar voorzichtig zijn. Met Olmwroeg naast me en mijn mond dicht, zou ik in dit ene leven op zijn minst negentig kunnen worden… Ik zou mijn kinderen en kleinkinderen kunnen leren liefhebben en breien… En eieren koken en relativeren… Ik zou ze kunnen leren dat je met liefhebben, breien, eieren koken en relativeren ook een heel land kunt herorganiseren… Het duurt alleen een beetje lang… ellenlang… Maar wie weet hoe lang we nog hebben.’
Over de auteur
Sylvia Hubers
Sylvia Hubers schrijft gedichten, prozagedichten en kort absurdistisch proza. Ze publiceerde zes dichtbundels en onlangs verscheen bij Prometheus haar eerste bundel microproza Hier moet ik ingrijpen. Ze leest geregeld voor en maakt deel uit van De Vorlesebühne, een groep schrijvers die kort vreemd proza op het podium brengt.
Ook van deze auteur
door Sylvia Hubers
Het water kwam
1 Minute Read
door Sylvia Hubers
Sssst…
2 Minute Read
door Sylvia Hubers
Spaart water
2 Minute Read