In de verantwoorde speelgoedwinkel rook het naar verkeerd gekapt hout en onnodige hoop. De verkoopster was een jonge vrouw van 25 met desalniettemin levenservaring. Ze straalde de hele tijd kwistig wijsheid en kracht uit. Toen ik 25 was, wist ik wat een biertje kostte en wanneer ik uiterlijk mijn huur moest overmaken. Deze vrouw leek al te weten hoe ze het pensioen van haar nog niet geboren kinderen zou gaan regelen. Ik was niet jaloers op de vrouw.
‘Ik kom voor een olifant,’ zei ik. ‘Geen echte, natuurlijk.’
‘Hahaha,’ zei de verkoopster vakkundig.
‘Ja,’ zei ik.
‘Hahaha,’ herhaalde de verkoopster dan maar.
‘Nee, want anders had ik naar de dierenwinkel gemoeten.’
‘Huh?’ zei de verkoopster.
‘Wat?’ vroeg ik.
‘Dierenwinkel?’ vroeg de verkoopster.
‘Nee, niks’ zei ik.
Ik liep naar het schap met knuffelbeesten. Er bleek sprake van een heel geschikte olifant om aan het kersverse nieuwe nichtje cadeau te doen. Ik liep met precies die olifant naar de verkoopster. De verkoopster scande de barcode, ik mocht pinnen. Ze scheurde inpakpapier van een rol en begon de olifant in te pakken. Ze vroeg niet van ‘is het een cadeautje?’ Of ‘zal ik het voor u inpakken?’ Ze ging er gewoon vanuit dat ik een volwassen man was die niet zomaar voor zichzelf een olifant kocht.
Meteen wilde ik die andere man zijn. Iemand die oud en wijs genoeg is om voor zichzelf olifanten te kopen en zich daar verder niet voor te excuseren. Ik wilde zeggen: ‘Nee, laat maar. Het is voor mezelf.’ Maar ik zweeg. En terecht. De olifant was een cadeautje voor mijn nichtje en ik niet die man.
‘Dit zijn zúlke leuke knuffels,’ zei de verkoopster tijdens het inpakken. ‘Ik geef altijd iets uit deze serie als er ergens een kindje geboren is.’ Ik dacht aan het ‘made in China’ op het etiket op één van de oren van de olifant. Ik dacht ook even aan mijn pensioen dat er niet is. En ik dacht aan echte olifanten. Ze doen zo wijs en slim, maar waarom blijven ze dan zo stug in die veel te warme landen wonen? Hm?
Ik dacht aan vluchtende olifanten in bootjes op de Middellandse Zee. Olifanten die in procedures terecht waren gekomen. Olifanten zonder identiteitsbewijzen. Olifanten die voor het oog van de wereld een penalty willen nemen. Olifanten die daarna voor heel even helemaal willen verdwijnen. Olifanten die-
‘Hier,’ zei de verkoopster trots. Ze schoof me de inderdaad vakkundig verpakte olifant toe. ‘Veel plezier ermee.’
‘Huh?’ vroeg ik.
‘Hm?’ vroeg de verkoopster.
‘Nee, niks,’ zei ik.