Boven de spinnenwebben.
Onder het hooi.
Kop op haar poten, ze hijgt.
Ze is niet mee de berg opgegaan vandaag.
Hoort links de bellen van de kalveren.
Rechts de koeien.
En de geiten kan ze dromen: bij dat ene rotsblok zus en dan bij de kastanje zo en dan veel eikels eten.
De kippen op het erf.
De gans.
De haan zonder staart die chique dames aanvalt.
De uien die drogen voor het huis.
Misschien gaat ze straks de geiten halen.
Even drinken uit de beek, kakken bij de linde en dan aan de brokken en weer slapen. Geiten warmpjes om haar heen.
Misschien in de nacht nog even blaffen en morgen ziet ze het wel weer.