Rolkoffers door de straten. De Amerikaanse roept oh my. De Duitser mompelt een vloek. Wielen willen niet over de scheef gelegde stenen.
Een vrouw verkoopt ginja, een euro per glas. Ze gilt iets naar de buurvrouw die uit het raam hangt. Zo gillen ze al tachtig jaar en ze worden nooit moe. Een kat slaapt onder de sinaasappelboom. Er liggen volle en geplette waar sap van wordt geperst. De jongen met de zwarte nagels luistert naar de radio en pelt er eentje. Onderbroeken, nachtjaponnen, tafellakens aan de lijn. In de zon of in de regen onder gespannen plastic.
Een man doet er een half uur over een trap te beklimmen naar de pastelaria. Hij zet zijn stok op de stenen, kijkt er even naar en komt bevend in beweging. Pasta del nata, deeg met crème uit de hemel en een espresso, staand aan de bar. Dat was vroeger, nu zit hij aan een tafel en de serveerster klopt op zijn rug. Een stel roept iets naar ze, ze haalt haar schouders op en de man draait zich om. Hij roept iets terug, ze lachen. Hier speelden jongens voetbal op de pleintjes tussen de trappen en gleden kinderen op een kleed van de keien. Vrouwen stonden in een schort in de deuropening. Ik zag het gisteren op youtube in zwart-wit.
Uit elk raam klinkt Amália. Ze zingt, ze zeurt, ze huilt en smeekt. Haar stem scheurt de ochtend aan flarden. De huizen worden een voor een verkocht. Ik sta geleund tegen de balustrade. Mijn appartement is ingericht door een designer en heeft een afwasmachine en een regendouche voor €60 per nacht. Feel the authentic Alfama, be Portugese for a week. Mijn bovenburen zijn Frans en naast me zit een Deen. Als ik boodschappen doe, lees ik muren. Be a pickpocket. Fuck Air Bnb. Nobody dies a virgin, life fucks us all. Het spijt me van alles. Um leite por favor.