Ik zou mijn broer niet aardig willen noemen. Hij is bot, bekrompen en een leugenaar in hart en nieren, dingen die ik normaliter niet fraai vind aan een mens en eerlijk gezegd aan hem ook niet, maar het gaat nu even niet over mij. Mijn broer kent de commissaris van de koning in Zeeland. Ik heb hem gevraagd iets mee te nemen om het aan hem te geven, begeleid door een uitgebreide brief die ik door mijn Chinese buurvrouw heb laten vertalen in het Mandarijn, en door haar man in het Engels. In de brief leg ik uit dat de steen van mij is en van mij zal blijven, maar dat ik hem ter beschikking stel aan degene die in de bijzonderste levenservaring kan voorzien. Mogelijke paden heb ik uitgestippeld:
1: Mijn broer Co – commissaris koning – koningspaar – André Kuiper – hij kan hem meenemen naar de maan.
2: Mijn broer Co – commissaris koning – koningspaar – Donny van de Beek – Ronaldo – de Sheikh van Dubai.
3: Mijn broer Co – commissaris koning – koningspaar – Jan Fabre – Marina Abramovic – Donatella Versace.
Hoe dan ook denk ik dat de reis moet beginnen bij het koningspaar. Zij lijken me in elke denkbare route de poort naar de rest van de wereld. Als het nog lang duurt tot ze André spreken, of Donny of Jan, heb ik in de brief uitgelegd dat iedereen die mijn steen een stapje verder kan brengen wat mij betreft prima is.
Aim for the stars, heb ik de koning verzocht. Een diamant krijgt zijn waarde niet door zijn grootte of helderheid, maar door zijn levenservaring. Hoe meer hij meemaakt, hoe groter de waarde. Ik hoop daarom dat iedereen een beetje nadenkt voordat hij mijn steen doorgeeft. Het is een simpele steen, dat weet ik wel, maar mijn dochter is nog maar een baby. Met de juiste contacten hoop ik dat ik over een jaar of wat, bijvoorbeeld als ze zeven is, mijn steen kan verkopen met een beetje winst en dat ik dan misschien, met wat geluk, een klein blauw diamantje voor haar kan kopen.