Je hebt spijbelen en spijbelen. Wat gelijk blijft is niet werken. Geen mails beantwoorden, geen notulen uitwerken, geen agendapunten opstellen voor de vergadering van volgende week. Wat morgen kan hoeft niet per se vandaag.
Spijbelen kent gradaties. De ergste spijbelactie vindt Cor op de bank gaan zitten en Tinderen. Jolanda links, Karin links, Ramona links, Pascalle rechts. Dat deed hij vanmorgen een uurtje. Daarna: achter de laptop blijven zitten en Tinderen. Gisteren. Daarna: dingen uitzoeken voor zijn vakantie. Daarna: naar buiten kijken en mijmeren. Dat deden zijn collega’s vroeger ook zo vaak, helemaal niet zo erg. Daarna: door de tuin lopen en de hommels benoemen. Dat doet Cor nu. De vlinderstruik zit er vol mee. Tijdens een spijbelsessie van gisteren las hij over de hommelkontjesmethode.
Witte kont, 1 streep geel: aardhommel
witte kont, 2 strepen geel: tuinhommel
oranje kont, 1 streep wit: weidehommel
oranje kont en een kek kort bontjasje: akkerhommel.
“Hommelkontjesmethode”, zegt Cor. Hij zou het woord kunnen gebruiken als hij eens een wandeling maakt met een Ingrid of een Pascalle. Ze zal glimlachen om dat malle woord. Hommelkontje rijmt op Rommelkontje, dat zou hij ook nog kunnen noemen. Maar de Rommelkontjesmethode, wat zou dat dan moeten zijn? Bovendien, misschien is het niet netjes om het in het bijzijn van een vrouw ‘rommelkontje’ te zeggen. Als je elkaar nog maar net kent. Dan moet hij misschien ook oppassen met de harige hommelkontjes. Maar sowieso, waar blijft die vrouw? Het begint te regenen, de hommels verdwijnen in holen die niemand weet te vinden. Cor veegt zijn droge handen af aan zijn broek en loopt naar binnen. Koffie zetten, net als vroeger op kantoor.