De monteurs van NovaLine zijn klein en gedrongen. Ze zweten als ze het pakket drie trappen op dragen naar Maria’s appartement. “Waar wilt u hem hebben?” vraagt eentje aan haar. Ze wijst verlegen op de bank. Ze droomt er al zo lang van om hem weer naast zich op de bank te hebben zitten. “Kan niet,” zegt de monteur. “Komt veels te veel licht door het raam, blijft niks van over joh. Ik zou hem tegen de muur aan doen.” Maria aarzelt even, dan knikt ze. De twee mannen scheuren het kartonnen pakket open en beginnen de spullen te installeren. Projector. Computer. Een scherm, manshoog en in min of meer dezelfde vorm. De mannen werken snel. Als ze klaar zijn duwt een van hen Maria een klein kastje in haar handen. “Hier staat alles op, foto’s, video’s, stemopnames. Installatie kan effetjes duren, maar goed, dat ken d’r ook nog wel bij, ja toch? Succes, mevrouwtje.” De mannen vertrekken. Maria gaat op de lege bank zitten. Het verpakkingsmateriaal ligt in een hoop op de vloer.
*
Het was haar nicht Enne geweest die Maria op het bestaan van NovaLine had gewezen. Maria’s man was inmiddels drie jaar dood, en de door iedereen beloofde acceptatie was uitgebleven. Enne had haar verteld dat er een bedrijf was dat voor een alleszins redelijk bedrag een simulatie kon creëren van een overleden dierbare, gewoon in de eigen woonkamer. Er zwierven tegenwoordig zo veel foto’s en filmpjes van iedereen rond op internet, het was eigenlijk hartstikke makkelijk. Het was niet echt, natuurlijk. Maar het scheen te helpen. Gewoon voor de dagen dat het anders niet ging.
*
Met trillende handen zet Maria de projector aan. Die komt pruttelend tot leven en begint zachtjes te zoemen en dan ziet Maria op het scherm haar man. Het beeld trilt wat en hier en daar verschieten zijn kleuren soms even, maar het is hem echt. Hij lacht haar toe. Zijn huid is bruin en hij draagt een korte broek. Ze waren op Corfu, denkt ze, of was het Kreta? Haar man opent zijn mond en voor het eerst in drie jaar hoort ze zijn stem, zijn zachte professorenstem. Hij legt haar iets uit over de opgraving waar hij op dat moment voor staat. Ze loopt naar hem toe, ze wil hem om de hals vliegen maar legt in plaats daarvan haar hand op de zijne. Even denkt ze dat ze hem voelt. Dan vervormt zijn hand als haar vingers door hem heen gaan en het gladde, koude doek aanraken.
*
Ze beperkt zichzelf tot een uur per dag. Ze schenkt een glas wijn in, gaat op de bank zitten en kijkt naar hem. Ze leert uit haar hoofd wat hij zegt en bedenkt vragen en antwoorden, zodat ze gesprekjes kunnen voeren. Het zijn steeds dezelfde gesprekjes natuurlijk, maar dat geldt voor elk lang huwelijk.
*
Soms zijn er andere mannen, die haar dochters voor haar uit hebben gekozen. De mannen nemen haar mee naar luxe restaurants, maar nog voordat de ober hun eten heeft neergezet (soep of salade voor haar, de mannen nemen altijd steak) mompelt ze iets over hoofdpijn en rent ze het restaurant uit. Thuis trekt ze een fles open en ze zet de projector aan. Ze blijft er steeds langer voor zitten.
*
Maria gaat niet meer naar bed toe. Ze zit tot diep in de nacht op de bank naar hem te staren. Af en toe dommelt ze even weg, en wanneer ze wakker schrikt kijkt hij haar vanaf de muur kalmerend aan.
*
Ze trekt haar blouse over haar hoofd. Ze knoopt haar broek open en stapt eruit. Ze maakt haar bh los. Haar man kijkt haar zachtmoedig aan en praat verder over de opgraving. Ze pakt de afstandsbediening en zet zijn geluid uit. Ze gaat voor hem staan, trekt haar onderbroek uit en loopt naar hem toe. Ze wil zich tegen hem aan drukken maar haar lichaam blokkeert de projector en ze valt als een zwarte schaduw over haar man heen. Dus draait ze zich om en leunt in plaats daarvan met haar rug tegen het scherm. Ze kijkt omlaag naar haar oude lichaam, ze kijkt hoe haar man over haar naakte huid heen rimpelt. Hoe hij opbolt en indeukt tot hij zo vervormd is dat ze hem niet meer herkent.