Ik ben op Watergang. Omdat ik hier geboren ben. Omdat mijn ouders hier wonen. Omdat ik een broek ging maken van gouden stof – als ik “ik” zeg bedoel ik mijn moeder.
In Watergang is precies zo veel water als je zou denken. Het is een amfibie-dorp; half water, half land. Vroeger was het hier moeras en malariagebied. Nu slapen m’n ouders nog steeds onder een klamboe.
Naast m’n ouders huis staat een boerderij. Toen ik klein was gaf ik daar de koeien namen, nu worden er Porsches verzameld. Van één kun je zelfs in Amsterdam een vrijstaand huis kopen. Ze hebben er zes of zeven en een Landrover. En een Mercedes. En een Mini. Soms mag er een Porsche mee op vakantie. De Porsche gaat dan op een vrachtwagen (een autoambulance), de buren met het vliegtuig.
Tante Grietje – die toen ik klein was, 100 werd – vertelde me ooit dat hier in de oorlog geen honger was. Er was hier eten genoeg, uit de stad kwamen mensen voor boter of groenten of wat er ook maar over was. Nu zijn hier al heel lang geen boeren meer, ook geen winkel trouwens. Mijn moeder doet graag, maar bijna nooit, boodschappen met de kano in het dorp verderop. Maar meestal rijdt m’n vader gewoon naar de supermarkt.
De rest laat alles gewoon thuisbezorgen. Op de Dorpsstraat rijden de hele dag door busjes van Albert Heijn en Marley Spoon. Geregeld loopt er eentje vast. De Dorpsstraat is de smalste dorpsstraat van Nederland, met aan weerszijden een sloot en heel veel bruggetjes.
Achter de boerderij begint het land. Natuurgebied. Varkensland heet het. Nu staan er hier en daar wat koeien. Meer voor het landschap, dan voor het vlees. Er wonen weidevogels, die beschermd moeten worden. En ganzen. Heel veel ganzen. Steeds meer ganzen.
Watergang ligt anderhalve meter onder N.A.P. Het Varkensland een meter of vier. De laatste Watergangse watersnoodramp was in 1916. De dijk om de Zuiderzee brak door, de straten waren sloten, de koeien stonden in de kerk. De Zuiderzee werd het IJsselmeer en toen het Markermeer. Het water kabbelt, de dijk wordt versterkt.
Mijn ouders kochten dit huis toen men het nog over natuurbescherming had. In de tijd van zure regen, net voor het gat in de ozonlaag. Naast het huis liggen drie kano’s. Gelukkig.