Het is fijn om aan nonnen te denken. Ze zijn met zijn tweetjes.
Ze gaan met de auto – een road-movie auto: turquoise, open dak, leren bekleding, blingbling bumpers, door de woestijn, haren wild wapperend, kappen in de achterbak – met gierende lach, het zweet in de handen – en tussen de voeten van de bijrijdster: twee schuldig-zwarte dokterstassen vol dollars: bundeltjes van honderd dollars, bundeltjes van vijftig dollars, straks-kunnen-de-elastiekjes-eraf dollars; een ge-glasstraalde fles ijskoud-prikkende cola, tranen in de ogen, van de wind, van het lachen, van de cola – vlinders in de buik, haartjes in de nek, hotel, motel, cactussen, palmbomen, knerpsteentjes, stofwolken, strepen, fata morgana’s – met razende motor, een kruisje bungelend aan de achteruitkijkspiegel
naar het casino.
Ja zeg, met al die shit in de wereld.