‘Ik wou dat ik anders was’ is de titel van een boek dat mijn moeder aan mij voorlas toen ik nog niet kon lezen. Of misschien kon ik toen al wel lezen, maar mijn moeder houdt erg van voorlezen en ik van luisteren. In het verhaal had een jongetje, ‘Anders’ geheten, de vurige wens om anders te zijn dan hij is. Verder weet ik het niet meer. Maar het kwam goed. In alle boeken die mijn moeder aan mij voorlas, kwam het goed. Zoals het – zo hoop ik – met alle Andersen ook goed zal komen.
Behalve met die ene. Ik ben een beschaafde Europeaan, dus ik hou mijn fantasieën over nagels uittrekken en langdurig aan de (borst)haren ophangen voor me. Het gaat niemand wat aan dat er voor bepaalde gevallen nog een middeleeuwse strafkamer in mijn brein is blijven hangen. Net als alle beschaafde Europeanen neem ik voor de bestraffing van spijtloze massamoordenaars met eenzame opsluiting genoegen. Ik protesteer niet – niet uit naam van de massaal vermoorden of van de nabestaanden van de massaal vermoorden. Eenzame opsluiting: genoeg.
Dat ook dat niet humaan weet te zijn, worden, blijven, lijken, blijken, schijnen, heten, dunken en voorkomen zal mij worst wezen. Een hele lange, een heelal-lange, lauwwarme, hondsgoedkope, natte Hemaworst.
Ik ben dus nog niet heel beschaafd. Vergeef me.
Over welk nieuws gaat dit?