shortreads_

Iedere werkdag een kort verhaal over de actualiteit
Menu
  • Beginpagina
  • Auteurs
    • Aafke van Pelt
    • Anna van der Kruis
    • Anne Lichthart
    • Dirk van Pelt
    • Emma Laura Schouten
    • Femke van de Griendt
    • Gastauteurs
    • Jam van der Aa
    • Jens Vydt
    • Jirke Poetijn
    • Joep van Dijk
    • Jozien Wijkhuijs
    • Laurens van de Linde
    • Lena Kurzen
    • Lilian van Ooijen
    • Maaike de Wolf
    • Manik Sarkar
    • Marthe van Bronkhorst
    • Nelson Morus
    • Nicchelle Buyne
    • Pascal Vanenburg
    • Peter De Voecht
    • Steff Geelen
    • archief
      • Anne Büdgen
      • Anne-Minke Meijer
      • Bart Smout
      • Christine Geense
      • Claartje Chajes
      • Derk Fangman
      • Elske van Lonkhuyzen
      • Enver Husicic
      • Esther Porcelijn
      • Eva Gouda
      • Eva Kelder
      • Gijsje Kooter
      • Hanneke Hendrix
      • Inge Schilperoord
      • Johannes Westendorp
      • Joop-Maris Vollering
      • Joubert Pignon
      • Kasper van Hoek
      • Kira Wuck
      • Koen Caris
      • Leon Brill
      • Leonieke Baerwaldt
      • Lize Spit
      • Lucas de Waard
      • Mariken Heitman
      • Marron Das
      • Martijn Simons
      • Matthijs Koevoets
      • Max Hermens
      • Michiel Stroink
      • Mijke Pol
      • Nicole Kaandorp
      • Renée Kapitein
      • Renske van den Broek
      • Sander van Leeuwen
      • Sara van Gennip
      • Sarah van Vliet
      • Stefan Popa
      • Sylvia Hubers
      • Teddy Tops
      • Tynke Hiemstra
  • Over shortreads_
Avatar foto Manik Sarkar
op 28 mei 2025
Deel dit verhaal

Mop

De keuze voor een enkele stip suggereert een zeker begrip van zelfspot – immers koos de kunstenaar ervoor de neus aan te duiden  niet met een figuratieve weergave maar met enkel een semiotische suggestie, wat duidt op een elementaire vorm van abstrahering (De Graver 1974). Gecombineerd met het gegeven dat de Neanderthaler bekend was met lineaire tijd – hij was immers bekend met vuur, en vuur heeft een begin (de ontsteking), middenstuk (het woeden) en einde (het uitdoven) – en het feit dat zijn strottenhoofd goed ontwikkeld was, ligt de conclusie voor de hand dat hij in staat was moppen te vertellen.

Over de vorm die deze moppen zouden hebben kunnen aangenomen kunnen wij het volgende deduceren. Het spreekt vanzelf dat het canvas voor het onderhavige kunstobject – de steen in kwestie – niet willekeurig is gekozen: van de tientallen, honderden, zo niet duizenden stenen die de Neanderthaler in de loop van een willekeurige dag in de Steentijd op de grond moet hebben zien liggen, zal – grof geschat – zeker 1 procent de morfologische kenmerken (schaduwen en lijnen) vertonen waarin een gezicht te herkennen valt. Wij kunnen dus afleiden dat de ontwerper van dit object dagelijks ten minste enige tientallen keien tegenkwam die met goede wil de basisvorm van een gezicht hebben – en dus ligt in de keuze voor juist deze steen de sleutel tot zijn gevoel voor humor. Wij zien dat de lijnen die de ogen vormen een bepaalde olijkheid uitstralen, gecombineerd met een onderliggende zorgzaamheid (De Vuyst & Bijl 1961). De blik lijkt naar beneden gericht alsof de persona het woord richt tot een luisteraar van kleiner formaat. De hoekigheid van de steen wijst op een persoon van het mannelijk geslacht. De conclusie ligt voor de hand dat wij hier met een vaderfiguur te maken hebben.

Ten slotte komen we bij de vraag van de mop in kwestie. Hierboven spraken wij reeds over de prevalentie van stenen, rotsen en keien in de onderhavige periode. Het is dus waarschijnlijk dat men voor een aanzienlijk deel van de communicatie – in dit geval de mop – dit gegeven tot onderwerp nam (Troffel e.a. 2014). Combineren wij dit gegeven met de voornoemde identificatie van de protagonist als een vaderfiguur, dan kunnen wij met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid stellen dat de mop die in deze verre voorloper van de hedendaagse spotprent wordt verteld een zgn. ‘dad joke’ is en als volgt moet hebben geluid:

ZOON: Hoeveel stenen liggen hier, schat je?

PAPA: Weet ik niet, liefje.


Over welk nieuws gaat dit?


Vorige verhaal
Overvloed
Volgende verhaal
De dieren kwamen

Over de auteur

Avatar foto
Manik Sarkar

Manik Sarkar (1973) is van beroep vertaler. Hij is opgegroeid in een dorpje bij Groningen, is vader van een tweeling en schrijft het liefst over zonderlingen. Zijn debuutroman Ossenkop is in 2024 verschenen bij uitgeverij Hollands Diep.

Ook van deze auteur

Avatar foto door Manik Sarkar
21 mei

Het cadeau

3 Minutes Read
Avatar foto door Manik Sarkar
16 april

Schuilwerk

3 Minute Read
Avatar foto door Manik Sarkar
05 maart

Chocola maken

1 Minute Read