Ik weet nog dat iedereen kwaad was. Waarom was iedereen zo kwaad? Dat zijn van die dingen die je kwijt raakt. Maar goed, destijds was het vast heel belangrijk. Dat mag je niet uitsluiten. Misschien was ík ook wel woedend maar ben ik dat gewoon vergeten. Ik vergeet veel, de laatste jaren. Daar bereid je je wel een beetje op voor, maar als het dan zo ver is… ik weet niet… Ik vraag me wel eens af wat die herfst van je leven eigenlijk voor zin heeft.
Afijn, waar hadden we het over?
O ja, “wanneer ging het mis?” Dat vroeg je, toch? Wanneer het mis ging. Weet je wat het is, lieve kind? Ik vind het moeilijk om dat precies te duiden. Want je kunt zeggen dat het mis ging toen de kogels begonnen te vliegen, toen er flessen met brandende lappen door de lucht suisden en je voordeur zo maar ingetrapt kon worden. Maar misschien lag het keerpunt wel veel eerder. Snap je? Misschien was het maar een heel klein dingetje. Een momentje. Een miezerig vonkje dat nauwelijks licht gaf. Dat weet ik niet. Ik kan er alleen maar naar raden.
Het ging beter met de wereld dan ooit. Maar niemand vertelde het ons. Er was minder ziekte, minder armoede, minder misdaad, maar dat kregen we niet te horen, integendeel. Er werd oorlog gepredikt. Onze veilige huizen binnen gebracht door vluchtelingen, door de islam, door blond fascisme, door wat dan ook. Op den duur gingen alle argumenten op elkaar lijken. Het werd een wolk van geschreeuw. En in die mist koos je uiteindelijk een kant. Zo gaan die dingen. Je kiest een kant, en je trekt ten strijde. Want wie nergens voor staat…
Ik ben vergeten hoe dat spreekwoord verder gaat.
Maar wanneer het precies mis ging, nee, dat kan ik je niet zeggen. Weet je, lieve kind, ik ben blij dat mijn geheugen me in de steek laat. Het verleden is niet perse een leuke plek. Als je me nu vraagt: waar stond jij, in 2016, dan zeg ik: in mijn voortuin. Naar het vuur te kijken.