De miljardair/oligarch zat achter zijn massieve bureau/ op zijn designbank/jacht. Hahaha, moest hij lachen. Weer had hij iets stuk gemaakt; een deuk in de horizon geslagen. Maar al snel sloeg zijn stemming om, want hoe kon hij sneller slecht doen. Dit schiet niet op, prevelde hij met dunne lippen. Het moet flagranter en funester kunnen.
De schrijver zat op zijn waskist en probeerde de miljardair/oligarch te begrijpen. Zijn laptop op de wasmachine trilde mee met de toch altijd weer plotse centrifugeerfase. Dus het kan dat het de herrie was of het onvaste beeld, maar hij kon er geen vinger achter krijgen.
De miljardair/oligarch had ondertussen besloten een media-imperium te beginnen. Het imperium zou vooral gaan grossieren in verzonnen nieuws, met een rare, rechtse agenda… Het ging erom het verhaal te bepalen/ onvaster/onverwachter te maken.
Maar waarom?, vroeg de schrijver zich af. Waarom toch? Omdat het kán? Is het een samenzwering? Als het de aandacht moet afleiden, waarvan dan?
De was was klaar. Hij ging deze ophangen.