Bij veel dingen zijn een stuk of tien dingen belangrijk – of twintig, of zes, maar altijd minstens één meer dan je dacht. Daarom zijn dingen nooit af, nooit goed.
Stel, je hebt een landje, maar niets wil er groeien omdat het maar niet wil regenen. Je verkoopt een stuk van je terrein en een gouden kies of twee, die toch te ver achterin zitten. Van dat geld koop je bouwmaterialen en zet je huisjes op je steriele land voor toeristen.
Je merkt al snel dat het veel werk is. Elektriciteit moet zijn weg vinden. Riolering moet aangelegd, stromend water is nodig, geisers, boilers en, kom op, satellietschotels en wifi-antennes.
Toeristen komen naar jouw godvergeten oordje en krijgen luxe: een wáterdruk, een opgemaakt koningsbed met stapeltjes handdoeken, breedbeeld tv, een ijskast, airco, haardroger.
Stel dat je dat allemaal doet. Ok, het water is niet drinkbaar, maar vandaar die fles mineraalwater in de ijskast. Je doet dat allemaal, maar je vergeet dat toeristen niet van halfsteens tussenmuurtjes houden omdat ze nou eenmaal de buren liever niet willen horen poepen.
Dan krijg je slechte recensies.
En zo’n bezoekend schrijver, die dat dan breed trekt naar wat andere mensen allemaal vergeten. De foutjes die ze maakten, de puinhopen waarop wij leven. En de hoop dat we het ooit toch eens allemaal in één keer goed doen.