De rijkste mensen woonden tot voor kort in het westen. Een kwestie van perspectief, want de aarde is rond en draait. Bovendien moet je dan wel in de rondheid van de aarde en in inkomensverschillen geloven.
Er zijn best veel mensen zonder internet. Die woonden tot voor kort in de derdewereld (een kind onder de evenaar, wordt later vaak een bedelaar). Bijvoorbeeld op tropische eilanden die binnenkort overspoeld worden. Niet door toeristen maar door de zee.
Mensen zijn er met macht, of zonder bezittingen.
Sommige mensen bedenken verhalen die andere mensen geloven. Alle mensen geloven in iets. Er is genoeg te kiezen: zwaartekracht, deep state, aderlating, massa extinctie, tiny houses, voorouders, dinosauriërs, mondkapjes, flat earth, God. Je moet ergens in geloven.
We worden geregeerd door algoritmes. Of klein gehouden door de overheid, we hebben geen idéé.
Er zijn ook mensen die het niets kan schelen. Het milieu, het virus, die eilanden. Ze willen de hele tijd plastic weggooien, samenklitten, een nieuwe keuken, verdovende middelen, dat alles bij het oude blijft. Ze kijken naar de series die Netflix ze aanraadt. Dat doet trouwens iedereen wel eens. Is dat nou zo erg? Vlees mogen we ook al niet meer eten.
De werkelijkheid is niet dat wat je ziet. Daar is die ene oude Griek al mee begonnen. Daarom zijn de mensen altijd bereid om in verhalen te geloven. Liefst in uitzonderlijke, zodat ze die afgezaagde riedel van hun naderende dood kunnen ontvluchten. Zeg nou eerlijk: wie heeft er zin in regen op maandagochtend en gesloten restaurants?
De mensen zonder internet, in hun idyllische reservaat, zij vertegenwoordigen ons laatste restje algoritme-vrije wil. Iemand zou erheen moeten, om ze te interviewen. Edele wilden. Maar je mag in dit land ook al niet meer vliegen.