Laten we het beestje bij zijn naam noemen: de mens. Zojuist heb ik een kleine bij, die vast een merknaam heeft, terug op zijn poten gewipt en buiten gezet. Hij lag te rugslaggen op mijn visgraatvloer. Ik kan niet zeggen dat hij blij of dankbaar was, maar de bij vloog weg. Gisteren sloeg ik drie steekmuggen dood met een washand. Ze vlogen niet meer op.
Mensen denken wel eens iets onaardigs over andere mensen, want ja: mensen zijn nu eenmaal irritant, benepen, dwaas, stupide, achterlijk, hardleers, slordig, zinloos, krenterig, onnodig, zwak, lijpkikkers, lijkenpikkers, geldzuchtig, hebzuchtig, sluw en slinks, beesten, huichelaars, figuranten, acteurs, ijdel, slap, laf, loom, timide, bang, verraderlijk, verachtelijk, vilein, vuil, laag, kwetsend, vulgair, bedrieglijk, gewiekst, snood, onaangenaam, kut, klote, wit, zwart, kleurloos.
Het is niet persoonlijk: alle mensen zijn ellendig. We denken het vaak, al geven we dat niet toe. Oké, zelf zijn we ook niet alles, maar de ander, de ander is niets.
Al sinds mensenheugenis organiseren we ons. We komen samen. Niet omdat we graag samen zijn – laten we wel wezen, we hebben een hekel aan elkaar – maar omdat we elkaar nodig hebben. Omdat ik jou nodig heb, behoor ik tot jouw groepje. Jij kunt iets wat ik niet kan en ik kan iets wat jij niet kan, al weet ik zelf nog niet wat dat iets precies is. Samen zetten we bijen terug op hun poten, en we vertellen elkaar niet van de muggen die we doodslaan als de ander niet kijkt.
Allemaal kopen we De meeste mensen deugen omdat we onszelf willen overtuigen. We deugen, heus. Het is waar, het staat op papier.
Het is een leugen en we tellen er graag vijfentwintig euro voor neer.
Mensen deugen niet en dat maakt niet uit. Soms vinden we dat wij wel deugen, maar zij niet, hoewel die gedachte al verklapt dat ook wij niet deugen. Irritant tot en met kleurloos, dat zijn we, en het is goed zo.
We komen samen om onszelf beter te maken. Onze organisaties moeten deugen. Beter, het kan altijd beter. Wij hoeven niet eerlijk te zijn, want dat kunnen we niet. Onze organisaties dienen eerlijk te zijn. Als een mens ligt te rugslaggen, moeten we een hand uitsteken en de ander opwippen. Dan slaan we het stof van de schouders, kijken de ander lang en diep aan, en zeggen: ‘Vlieg toch op’.