Meester Johan slaakt nog eens een diepe zucht. Hij was al gewaarschuwd voor deze zogenaamde ‘terror-klas’. Zijn voorgangers hebben het ook niet lang volgehouden. Juf Annemarie zit al maanden overwerkt thuis. Juf Kasja loopt bij een psycholoog. Juf Mariëtte heeft zo’n heftige burn-out dat ze thuis alleen nog met een kop thee onder een dekentje kan zitten.
Ondertussen vliegen de papieren vliegtuigjes het lokaal door. Meester Johan verheft voor de zoveelste keer zijn stem.
‘Jesse, niet op de tafel springen! Wopke doe die telefoon eens weg. En Sylvana voor de laatste keer: je hoeft niet in de hoek te staan!’
‘Maar ik-‘
‘Geen gemaar! Op je plek! Allemaal!’
Meester Johan sluit zijn ogen en probeert tot tien te tellen.
‘Goed, open je boek op pagina 12. Zoals jullie kunnen lezen-.. Oké, heel leuk. Welke grappenmaker heeft er ontbijtkoek op de muur gesmeerd? Mark, was jij dat weer?’
Mark kan zijn lach niet inhouden.
‘Nee hoor meester’.
‘Mark, ik zie verdomme de koek nog aan je handen zitten’.
‘Nee ik was het echt niet.’
‘Mark jij bent de enige die altijd een plak ontbijtkoek in je lunchtrommel mee hebt.’
Mark schudt zijn hoofd.
‘Niet doen Mark.’
‘Daar heb…’
‘Geen woord meer, jongeman.’
‘Daar heb ik geen…’
Mark, ik zweer het je, je waagt het niet’.
‘Daar heb ik geen actieve herinnering aan.’
‘Mark verdomme!’
De leerlingen beginnen te joelen. Meester Johan zucht. Hij vraagt zichzelf af waarom hij hier aan begonnen is. Hij had ook gewoon kunnen gaan genieten van zijn pensioen. ‘Goed, laten we anders eerst maar even wat gaan knutselen. We maken even groepjes. Ja Thierry?’
‘Ik moet plassen’.
‘Je kent de regels. Zolang de plasketting er hangt mag je gewoon gaan. Ja, Thierry?’
‘Ik geloof niet in een plasketting.’
‘Wat bedoel je nou weer je gelooft niet in een-…’
‘Ik doe niet mee aan het plas-kartel.’
‘Waar heb je het allemaal over, ga gewoon naar de wc verdomme! Goed, we gaan groepjes vormen. Mark, ga jij maar met Sigrid, Joost en Kees. Ja Mark?’
‘Ik wil met Wopke’.
‘Prima, dan ga je met Wopke en Sigrid-… Wat is er Sigrid?’
‘Mark kan niet knutselen.’
‘Dan leer je het hem maar. Dus Mark en Sigrid samen met Wopke en Jesse. Ja, Jesse?’
‘Ik wil alleen samen met Lilianne in een groepje.’
‘Godalle-…Goed, dan ga je met-… Sylvana, niet weer in de hoek gaan staan! Zitten blijven! Ja Farid? Farid? Je moet wel iets zeggen als je je vinger opsteekt. Nee? Nou, pak anders eerst allemaal een schaar-… Caroline, nu even niet.’
‘Maar waar is Mister Snuggels?’
‘Wie is Mister Snuggels’?
‘De klassen-cavia. Wedden dat Esther weer stiekem het deurtje heeft open gedaan!’
Esther springt op. ‘Klikspaan!’
‘Sinds wanneer hebben jullie nou weer een cavia? Ja, Geert?’
‘Ik vind dat er teveel cavia’s zijn in deze klas’.
‘Ik weet niks van een cavia. Laten we beginnen. Pak allemaal een schaar en-‘
‘Wat vindt de rest. Willen jullie meer of minder cavia’s?’
‘Geert, doe normaal.’
‘Doe zelf normaal!’
‘Iedereen pakt een schaar, een lijmpje en dan gaan we daarna wel… Gadverdamme! Oké welke smeerlap heeft er iets in mijn koffie gedaan? Thierry weer? Kees?! Dat is het. Ik ben het zat. Eruit. Allemaal. Nu. ERUIT!!!’
Over welk nieuws gaat dit?