Het regent, mijn haar zit niet en mijn vrouw is kwaad. Je zou zeggen een dag als alle andere. Maar het tegendeel is waar. Want mijn vrouw is nog nooit zó kwaad geweest. En ik heb me nog nooit zo op mijn plaats gevoeld.
Vandaag is de dag waar ik naar toe leef sinds ik op 21 juli 1969 voor de televisie zat en Neil Armstrong en Buzz Aldrin op de maan zag lopen.
Op die dag wist ik eindelijk wat mijn bestemming was.
Door omstandigheden kwam het er niet direct van. Ik had wat problemen met discipline op de middelbare school. Ik werd voor onbepaalde tijd geschorst. Dus ging het feest niet door.
Want voor zoiets moet je op z’n minst een diploma hebben, zeiden ze.
En een beetje fit zijn.
En in Amerika wonen.
Maar ik had geen diploma, rookte, dronk en woonde in Uithoorn. En dus ging het anders. Ik trouwde met Trudy en we kregen vijf kinderen. En dan ga je niet weg. Als vent. Dus ik deed gewoon de dingen die van me verwacht werden.
Maar zonder te vergeten waartoe ik hier was.
Vandaag is mijn dag. Ja, het regent. En ja Trudy is kwaad dat ik een brief heb geschreven. Maar hier heb ik de zesenveertig jaar naar toe geleefd. Ik heb niet voor niets de afgelopen twintig jaar eerst mijn havo en daarna mijn vwo in de avonduren afgerond. Ik ben niet voor niets gestopt met roken. En ik raak niet voor niets al drie jaar geen koolhydraat of verzadigde vet meer aan.
En bovendien, ik heb de perfecte leeftijd voor deze reis.
De leeftijd om nooit meer terug te komen.
Nee, ze gaat me er niet van weerhouden. Die brief gaat op de bus. Ook al riep ze me na dat ik gek was. Dat ik nu al niet meer terug hoefde te komen. Ook al gooide ze die mok achter me aan.
Ze snapt er niets van. Heeft ze nooit gedaan, maar vroeger werd ze er niet zo kwaad om. Nu wel. En dat raakt me, natuurlijk. Liever had ik dat ze me begreep. Maar soms moet je doen wat je moet doen. Vrouwen komen van Venus, mannen gaan naar Mars.