shortreads_

Iedere werkdag een kort verhaal over de actualiteit
Menu
  • Beginpagina
  • Auteurs
    • Anna van der Kruis
    • Anne Lichthart
    • Anne-Minke Meijer
    • Christine Geense
    • Claartje Chajes
    • Dirk van Pelt
    • Enver Husicic
    • Elske van Lonkhuyzen
    • Gijsje Kooter
    • Jam van der Aa
    • Joop-Maris Vollering
    • Jozien Wijkhuijs
    • Kasper van Hoek
    • Laurens van de Linde
    • Lena Kurzen
    • Leon Brill
    • Manik Sarkar
    • Matthijs Koevoets
    • Nicole Kaandorp
    • Renske van den Broek
    • Sarah van Vliet
    • archief
      • Anne Broeksma
      • Anne Büdgen
      • Annemarie de Gee
      • Bart Smout
      • Derk Fangman
      • Esther Porcelijn
      • Eva Gouda
      • Eva Kelder
      • Hanneke Hendrix
      • Inge Schilperoord
      • Jirke Poetijn
      • Joubert Pignon
      • Kira Wuck
      • Koen Caris
      • Leonieke Baerwaldt
      • Lize Spit
      • Lucas de Waard
      • Mariken Heitman
      • Marron Das
      • Martijn Simons
      • Max Hermens
      • Michiel Stroink
      • Mijke Pol
      • Pascal Vanenburg
      • Renée Kapitein
      • Sander van Leeuwen
      • Sara van Gennip
      • Stefan Popa
      • Sylvia Hubers
      • Teddy Tops
  • Over shortreads_
Anne Büdgen
op 14 mei 2018
Deel dit verhaal

Lucht van papier

‘Doe je schoenen aan, we komen te laat.’ Ze heeft het nu al drie keer gezegd. Het lijkt alsof ik vergeten ben hoe ik mijn veters moet strikken. Mama kamt lang mijn haar. Haar handen trillen een beetje.
‘Je ziet er wel niks van onder een helm, maar ik wil dat je er netjes uitziet.’
‘Waar gaan we heen?’ Mijn zus wil niks zeggen. Mijn broer is in de keuken met papa. Ze sjorren iets om hun middel maar ik mag niet weten wat het is.

‘Mag ik nog wat eten?’ Gehaast schept mama wat bakso malang in een kom. Het pruttelt al uren maar nu zet ze het gas uit. ‘Melati zal het wel vinden vanavond,’ zegt ze. Melati praat altijd over eten en als ze lacht kan de hele straat het horen. Vroeger kwam ze elke dag maar ik heb haar al een poos niet gezien. Ze is niet in het zwart zoals mama en ze luistert muziek. Dan wiegt ze met haar hoofd. ‘De duivel is er niks bij,’ had papa gezegd.

Het is lang rijden. Ik heb mijn armen om mijn moeders middel geklemd en mijn zus klemt zich vast aan mij. Achter ons papa en de broers. We maken stofwolken, we worden een wolk en niemand houdt ons bij. Ik ken de straten hier niet langer. ‘Morgen krijg je nieuwe schoenen en gaan we zwemmen in een zee zoals je die nooit hebt gezien.’ De broer zei het gisteren, hij zat op de rand van mijn bed. ‘Er zijn vissen in honderden kleuren en de lucht is van glanzend papier.’ 

Ik doe mijn ogen dicht en val bijna in slaap als we plotseling stilstaan en de stem van papa schor –




Vorige verhaal
Luipaarden
Volgende verhaal
Een streep, een stip

Over de auteur

Anne Büdgen

Anne Büdgen schrijft gedichten, korte verhalen en theater. Onlangs verscheen haar eerste roman Boven de straat hangt een witte lucht, dagboek van Anna Meesink vol psalmen, slordig geschreven gedachten en poëzie.

Ook van deze auteur

door Anne Büdgen
08 maart

Van heilig nut

2 Minute Read
door Anne Büdgen
15 februari

Eindelijk

2 Minute Read
door Anne Büdgen
25 januari

Camera

2 Minutes Read