‘Trump heeft Iran aangevallen’ zeg je die ochtend en ik vraag of je koffie wil.
Stiekem heb ik hem al gezet toen je sliep en het in je hoofd nog vrede was.
In de nucleaire dreiging is de zon koppig opgekomen.
Ik denk aan baby’s geboren en gestorven, die jonger waren dan de oorlog, en denk dan
Ergens in Palestina bedrijven nu twee mensen de liefde
worden kinderen gemaakt, wordt gestreeld
en het idee maakt machtshebbers gek
Dat er nog altijd bemind wordt en getrouwd en gespeeld met vliegers en kiezels
dat maakt machtshebbers gek
Dat er ergens in een bufferzone iemand heeft gelachen om een vallende mok, een trage ezel
om helemaal niets
dat maakt machtshebbers gek
Wij liggen in een bed van warmte en huid ongepantserd
In mijn noodpakket zit mijn kat en een foto van mijn oma
Ik omhels mijn broer, kook voor al mijn vrienden, en
iemand die zich terdege bewust is van de zinloosheid van alles
houdt niet op met schrijven, blijft theatermaken, tekenen, saxofoon spelen,
dat maakt machtshebbers helemaal gek, hé-le-maal gek
En ze gooien er miljoenen tegenaan om ons te breken:
de scholen gesloten, een stad afgerasterd, ze noemen het een ’top’
Ze lossen speciaal voor de gelegenheid dakloosheid op
om hun straatje schoon te vegen, ja zelfs gezworen vijanden
schudden elkaar de handen om het eens te worden over het feit
dat ze elkaar de komende jaren kapot mogen schieten, dat is solidariteit
verbroederend,
en tóch steekt liefde in hun betonjungles de kop op als wildgras
ik heb het niet over die holle hart-emoji of een gezinsvakantie Ibiza,
maar over liefde
dat wat mensen drijft om een zaaltje vol te krijgen met vredesactivisten
een trein vol protestbordjes, om een arm om hun vrienden heen te slaan
En ondanks hun tonnen van lood, hun miljoenen, hun tweets
zijn we nóg niet allemaal klinisch depressief, nóg niet murw gemaakt
wordt as we speak ergens liefgehad in een bed
dat idee maakt machtshebbers gek,
onze liefde is altijd ons verzet.