Lief 2019,
Luister goed. Stel geen vragen. Geloof me. Doe het voor mij. De mij van nu.
Ga uit. Je huis uit. Ik weet dat je geen zin hebt. Ik weet dat je op de bank wil liggen. Maar ga toch. Trek een jurk aan. Of iets anders met glitters. Stap op de fiets en ga.
Blijf. Ik weet dat je naar huis wilt. Dat je genoeg hebt van het dronken geschreeuw. Van weer hetzelfde verhaal. Maar blijf. Sla een arm om een vreemde. Leun tegen ‘m aan. Pak iemands biertje af, neem een slok.
Adem. Haal diep en onbevangen adem. In de supermarkt. In de tram. En als je daar toch bent. Raak alles aan. En lik je vingers erbij af.
Ga naar de Hema. Ook al heb je niets nodig. Ook al wil je niets kopen. Ga gewoon naar de Hema. Koop een paar sokken.
Slenter over de Kalverstraat op zaterdagmiddag. Kuier over de Wallen. Zwaai de toeristen vriendelijk gedag.
Drink uit de fles. En geef hem door.
Knuffel je ouders. Je vrienden. Je buren. De postbode. De groenteboer. Knuffel ze. Gewoon, midden in een zin. Breng de drie zoenen terug. Maak er vier van.
Ga even ergens koffie drinken.
Vraag je vrienden te eten. Allemaal. Tegelijk. Sluit de ramen en deuren. Serveer het eten op grote schalen. Geef niemand bestek.
Pak de trein naar België. Drink er een biertje. Ga weer terug.
Praat met vreemden. Desnoods over het weer. Sta te dichtbij.
Bezoek het theater, de bioscoop, ieder museum, een festival te veel. Het concert van de band die je niets vindt. De poëziemiddag, debatavond, yogaweekend. Help verhuizen. Demonstreer.
Ga met je tong op zoek naar de huig van een ander.
Laat je haar knippen, verven, föhnen, stijlen. Je nagels lakken, je voeten masseren, je rug tatoeëren.
Ga naar het tuincentrum, de meubelboulevard, de bouwmarkt, de Zwarte Markt, de IKEA, de mega Prenatal. Op tweede paasdag. Of Hemelvaart.
Zing. Hard. Harder.
Vergeet even je schaamte. En neem het vliegtuig.
Waardeer je elleboog voor wat-ie is; onbezoedeld. Stap elke vergadering met een glimlach binnen. Bekijk het gezelschap als geheel. En luister.
Steek niet over, loop rakelings langs. En eet eens een hele week buitenshuis. Schudt handen. Zweethanden. Lamme handjes. Een ferme handdruk. Vertik het om je handen te wassen. Friemel wat extra aan je neus.
Ga naar je huisarts. Met een flut verkoudheid. Een geniepig griepje. Laat je naar huis sturen met wat paracetamol.
Nies. Vol overgave. In je hand. Of recht in iemands gezicht.
Je hebt geen idee hoe lang het duurt.