“Lewis Carroll.”
Hij had nooit over de vraag nagedacht, maar dit was de eerste naam die hem te binnen schoot. Wie hij als zijn voorbeeld zag? Hij schrok er zelf van dat zijn verlangen naar wonderen zomaar aan de oppervlakte kwam in de vorm van deze schrijver, die ze creëerde met zijn pen. Alleen was dit niet het juiste moment.
Het mysterie waarover we lopen. Onbekend en toch dichtbij. Hij wist heel goed waarom hij geologie was gaan studeren. Zonder kennis van de aarde was je een soort mier die over een blote mensenhuid kroop. De mier weet niets van de rivieren die door de organen onder het oppervlak stromen. De bewegingen die ze in gang zetten.
En dan de littekens die de tijd in de huidlagen achterliet. Van de mens kon je teruggaan tot de kleinste schelp, waar ooit een ongewerveld diertje in had gezeten. Daar had je het: onze voorouders. Slechts één planeet en toch was je met het bestuderen van een simpele steen al ver verwijderd van iets waar je empathie voor kon voelen. Hoe klein en kwetsbaar zo’n slijmwezen ook was. Dat het toch iets met je eigen existentie te maken had, was een wonder.
Eigenlijk was zijn antwoord zo gek nog niet, nu hij erover nadacht. Wat deed een geoloog anders dan afdalen in een konijnenhol? Het probleem zat ‘m vooral in de reden van de afdaling. Hij hoopte op wonderen; verhalen over rijzende en terugtrekkende oerzeeën, bergketens die zich als ruggen van monsters uit aardspleten omhoog richten. De man tegenover hem hoopte op olie.
Het vertrouwen dat hij de juiste studie had gekozen, had hem de afgelopen jaren allang verlaten. Hij wist ook wel dat je wonderen alleen kon behouden door ze met rust te laten. Bij elke berekening, elk model dat er uit zijn computer kwam rollen, gebeurde het. De bubbels en de bellen, de olie en het gas, en het zout in de grond bij Hengelo dat hij voor zijn doctoraalscriptie nauwkeurig in kaart had gebracht.
Elk getal dat hij verzamelde hielp een wonder om zeep, en bracht grote bedrijven een reden om de aarde open te breken. Ook wanneer er allang alternatieven bestonden, zouden die bedrijven getallen verzamelen in hun voordeel. Hij had zich vergist. Maar omdat hij zijn studie met pijn en moeite had afgemaakt, ging hij er nu iets mee doen. Al was het maar voor even.
“Lewis Carroll? Is dat niet die ene van Alice in Wonderland?” Een paar seconden lang staarde de HR-manager van ExxonMobil hem aan met iets van medelijden op zijn gezicht. “Juist, ja”, vervolgde hij. “Je hoort nog van ons.”