Ze hoorde het voor het eerst toen ze ’s nachts in de keuken een kopje thee voor zichzelf aan het zetten was. Slapen deed ze al een poos amper en ze had recentelijk in een artikel gelezen dat je niet moest blijven liggen als de slaap niet kwam. Het was beter om even uit bed te gaan, iets kleins te ondernemen en het slapen daarna opnieuw te proberen. Daarbij moest ze niet teveel licht maken, anders werd ze te wakker voor een nieuwe poging. Wat ze dan precies geacht werd te ondernemen in het aardedonker, had er niet bij gestaan.
Het geluid kwam vanuit de woonkamer. Om precies te zijn van onder de vloer van de woonkamer. Het was een geruststellend diep en monotoon gesnurk. Alsof er een reus in de kruipruimte lag te pitten. Dat kon natuurlijk niet. Ze was nooit in de kruipruimte geweest, maar het leek haar geen voor de hand liggende slaapplek voor een reus. Bovendien bevond het luik naar de kruipruimte zich in de hal, verborgen onder de vloerbedekking. Je moest echt weten waar het was om het te vinden. Hier was duidelijk sprake van haar verbeelding. Het was waarschijnlijk gewoon haar eigen slaap die onbereikbaar in de kruipruimte lag.
Haar huisarts had geweigerd om haar slaapmedicatie voor te schrijven. Slaapmedicatie is verslavend en bovendien werkt zoiets maar een week of twee. Het was beter om de oorzaak van de slaapproblemen aan te pakken en op een natuurlijke manier tot nachtrust te komen. Maakte ze zich misschien zorgen? Ging het wel goed op het werk? Waren er problemen thuis? Speelden er misschien financiële kwesties?
Ze was helemaal niet woedend geworden en had gezegd dat alles goed ging en dat ze – voor zover men zoiets van zichzelf kan zeggen – oké was. Alleen sliep ze niet. Dat was het enige. Het was ook, zeg maar, het probleem waarvoor ze een oplossing zocht. Ze had tegen de huisarts gezegd dat ze het opmerkelijk vond dat er wel slaapmedicatie bestond, maar dat die dan niet werd voorgeschreven aan mensen die niet konden slapen. Ze had gevraagd of de huisarts tegen patiënten met een gebroken been ook zei dat het beter was om de oorzaak van het gebroken been aan te pakken en het op een natuurlijke manier te laten genezen. ‘Nee,’ had de huisarts geantwoord.
Ze was er uiteindelijk gewoon maar aan gewend geraakt. Slaap was iets voor anderen. Dus lag ze ’s-nachts met een kopje kamillethee op de bank en keek met het geluid uit naar de tv. Daarbij luisterde ze naar het gesnurk dat onmogelijk uit de kruipruimte kon komen. Soms had dat iets rustgevends, soms was het een beetje eng. Als ze geluk had, dommelde ze er voor een uurtje bij weg.
Die nacht zag ze meerdere malen Macron een geluidloze toespraak houden en mensen rond een talkshowtafel stellig van alles beweren, terwijl er beelden van kapotgeschoten flatgebouwen voorbij kwamen. Waar ze de energie vandaan haalden, was haar een raadsel. Toen de ochtendkrant door de brievenbus klepperde, stond ze op en liep naar de hal. Ze raapte de krant van de mat, trok de vloerbedekking opzij en tilde het luik van de kruipruimte op.
Een lucht vol verregende zandbak en tweedehands zuurstof. Ze legde zich op haar buik en stak haar hoofd door het gat. In het schijnsel van de lamp van haar smartphone zag ze in een hoek van de ruimte een stel beren liggen slapen. Dat kon natuurlijk niet, maar blijkbaar deed dat er niet meer toe. Of dingen überhaupt wel konden. Prima, dacht ze. Het was in elk geval een verklaring voor het gesnurk. Het was pas echt raar geweest als er helemaal niets in de kruipruimte had liggen snurken.
Bovendien maakte het niet zoveel uit. Of dat wat ze zag was niet echt en dan had ze een serieus probleem. Of het was wel echt en dan had ze misschien nog wel een groter probleem.
Boven in de slaapkamer ging de wekker die ze voor zichzelf gezet had. Over een uur moest ze ergens zijn. Ze liet zich zakken in de kruipruimte en schoof het luik boven zich dicht. Ze kroop zachtjes door het zand naar de beren en rolde zich naast hen in de foetushouding.