Woensdag 7 augustus 1974
We eten vandaag weer uit de tuin. Worteltjes. Klein maar lekker. In de pan met zout erbij rammelen en schudden tot ze zo oranje zijn als ons koningshuis. Werk de hele dag aan het veranderen van het stuk van oom Hendrik. ‘Sweet Apples and Buttermilk’. Iedere dag een mooie zwavelgele teunisbloem.
Met zijn roze klauwtje veegt Mol het stof van het blikje krab. Het staat bol. Jan liet het achter de gootsteen vallen, jaren geleden. Er was voetbal, Schotland – Brazilie. Net toen hij met de krab en de garnalencocktails wilde beginnen, de avocado’s met mandarijntjes, werd er gescoord en het blikje van S en W was met een plof achter het aanrecht beland. In de opwinding was Jan het blik vergeten en ook toen hij en Karina naar Texel verhuisden en ze Manderley verlieten, was het blikje niet tevoorschijn gekomen. Mol heeft het al die jaren bewaard. ‘Voor een ‘wel heel’ bijzondere gelegenheid’. Zei hij altijd vol trots. En die gelegenheid is nu, vindt hij.
Dinsdag 18 juni 1974
De berenklauw rechts achter in de tuin staat prachtig te bloeien. Iedere dag fotograferen we hem. Bind overal waar het nodig is de hop op. De eerste Oost- Indische kers bloeit en de lelies onder de pruimenboom bij de heg beginnen ook. We ontdekken ineens dat na die heerlijke regen allerlei gewassen vrucht of knop hebben gezet. Zo zit de artisjok ineens met kleine stekelige bloemknoppen. We nemen door Karina al schoongemaakte en gebroken sperziebonen mee naar huis.
Er zijn al veel handtekeningen opgehaald. ‘Volkstuinpark Amstelglorie moet blijven!’ Iedereen vond er wat van. Schrijvers hadden verhalen geschreven, tuinders woest hun rieken in de lucht gestoken.
Mol wist niet hoe het af zou lopen. Het besluit liet nog maanden op zich wachten. Zijn vel werd vaal en mottig, zijn lijf schrepel. Steeds vaker had hij kramp in zijn poot.
Maandag 30 September 1974
Als we op de tuin komen is het molletje, dat ik in een plastic bak met dor spul heb gedaan, natuurlijk dood. Hij voelt hard en koud aan. Zoals vroeger met fluweel overtrokken speelgoedmuizen die je met een sleuteltje op kon winden. Zijn snuitje is kort en een beetje rood en er zitten plooitjes in het vel op zijn kopje van het verkrampt duwen alsof hij nog in de aarde weg had kunnen komen. Zijn mensenklauwtjes zijn blauwig als van een ader onder huid.
Mol neemt een hap van de krab en heft zijn glas. ‘Op Jan! Op Manderley! Op krab! Op teunisbloemen en op het behoud van de Amstelglorie! Roept hij de tuin in. ‘En dan nu: Champagne!’
Citaten uit: Jan Wolkers Dagboek 1974
De petitie tot behoud van volkstuinpark ‘de Amstelglorie’ teken je hier: Petitie Amstelglorie