Wegens een technische storing kan er op dit moment niet besteld worden.
Ik scroll door het voormalige aanbod, dat waarschijnlijk morgen, en ook volgende maand, niet meer aan een winkelmandje valt toe te voegen. Bomberjacks, bolero’s, joggingbroeken, shirts met kreten als ‘get lost’, ‘stay chic’, ‘f*ck yes’ en ‘#tomorrow’. Er is sinds het jaar 2000, toen ik er voor het eerst iets kocht, helemaal niets aan het concept veranderd. En toch zijn ze failliet.
Er was een tijd dat ik kleedgeld had; vijftig gulden, als ik me niet vergis. We waren net van een piepdorp naar wereldstad Almelo verhuisd en van alle winkels in de Grotestraat was CoolCat het spannendst. Het was de enige winkel waar je nooit je moeder mee naartoe nam. De meisjes die er werkten hadden rode of blonde plukken in het haar en smokey eyes. Door de harde muziek hoefde je even niet met je vriendinnen te praten en je guldens gingen hier lang mee. CoolCat had alles wat stoer en relevant was: legerprints, nepleren jasjes, strakke shirts met glitters en opgewekte kreten.
Samen met Rebekka en Celina vormde ik in die tijd een Streetdance-trio. We deden braderieën aan en dansten op de muziek van Destiny’s Child, SClub7 en Aaliyah. Onze uniforme lila spaghettihemdjes en grijze wijde broeken waren ook van ‘de CoolCat’. Roddelen, lachen, klagen en in agenda’s schrijven waren een dagbesteding. Een jaar later voelde ik me opeens meer thuis in ruimtes met zwarte muren, gevuld met The Prodigy en Slipknot. De tieners daar hielden evenzeer van roddelen, lachen en klagen, maar ze droegen wijdere kleren en gevaarlijk ogende halsbanden. Nog een jaar later was ik geen puber meer, maar begon ik langzaamaan op een mens te lijken; een ander soort wezen.
De keten verkocht dertig jaar lang kleding aan 6 t/m 18 jarigen. Eerst vooral aan pubers, later meer aan kinderen. Hoe dan ook: wie er kleding bij CoolCat kocht, stond buiten de economie. Je verveelde je of je vierde feest. Meestal beide. Er waren geen alternatieven. Er zijn geen moeders, geen studenten, geen verduurzamers, geen bankmedewerkers, geen artiesten, geen reizigers, geen glazenwassers in een bolero van CoolCat. De laatste zet van de keten waren de heuptasjes van Ronnie Flex, maar het mocht niet baten. Een woordvoerder wijdt het faillissement aan de hete zomer en de zachte winter, waardoor de seizoenscollecties traag over de toonbank gingen. Ik vraag me af wie er naar CoolCat gaat voor de warme winterjassen.
Laatst liep ik weer eens door de Grotestraat in Almelo. Vroeger de vertrouwde kermis waar we onze middagen doorbrachten met kleding passen, fotohokjes, bananenmilkshakes en gratis geursamples. Nu een rustige dorpsstraat met veel leegstaande panden. Grote Straten zijn niet spannend meer voor pubers. Die kopen wel online.
Ik herinner me mijn allerbeste CoolCat-aanschaf: een zwart shirtje met het woord ‘Lucky’ erop, in gouden glitters. Mijn moeder waste het polyester met de hand om de opdruk te behouden en ik droeg het naar discotheek Lucky in Rijssen. Daar danste ik op het nummer Lucky van Britney Spears. De wereld was af en kon stoppen met draaien.