Het koude water stroomt uit de kraan op mijn polsen. Hoe langer het stroomt, hoe kouder het wordt. Hoe kouder het wordt, hoe kalmer mijn hoofd. Althans, dat is het idee.
Ergens schiet door mijn hoofd dat dit verspilling is; ik ben geen vegan geworden om vervolgens doelloos water weg te spoelen.
‘Nee’, verbeter ik mijzelf, ‘Het is niet doelloos, ik heb het nodig.’ Al helpt het minimaal, dan nog is dat effect beter dan niks. Het zou interessant kunnen zijn om te meten hoe groot of klein het verschil is, maar dan had ik uiteraard van tevoren al een meting moeten doen. Iets met mijn hartslag, lichaamstemperatuur en saturatie.
Met draai de kraan uit, voel ik de koelte nagloeien op mijn polsen. Ik kijk mezelf aan in de spiegel boven de wasbak.
Dat had ik niet moeten doen.
Ik zie de onrust in mijn ogen, druppeltjes zweet op mijn bovenlip. In een reflex draai ik de kraan weer open, buig mijn hoofd boven de wasbak en plens koud water in mijn gezicht.
FUCK! Mijn mascara. De zorgvuldig aangebrachte make-up die ik normaal nooit draag. NEE, NEE, NEE, sukkel! Snel draai ik de kraan weer uit, sprint naar het wc-hokje waar het nog riekt naar mijn paniekpoep van zojuist, gris een bergje wc-papier van de rol en ben met drie grote passen weer voor de spiegel. Ik moet voorkomen dat ik straks als een wasbeer voor de groep sta. Voorzichtig dep ik onder mijn ogen de stroompjes mascara weg en veeg mijn gezicht droog.
Had ik de waterproof mascara gekocht die Leonie mij getipt had, dan had ik nu een probleem minder gehad. Ik moet echt wat vaker mijn zusje serieus nemen.
Observerend, alsof ik van een afstandje kijk, probeer ik mijzelf als geheel te zien. De schade is beperkt gebleven. Haren strak in een knot, blouse ongekreukt, gezicht redelijk egaal. Er mist alleen iets, ik lijk nog te veel op mezelf. Ik heb iets nodig waardoor ik boven mezelf uit kan stijgen. Moet ik dan toch die rode lippenstift op doen die Leonie mij gisteravond in mijn hand drukte?
“Golden Rule als je krachtiger wilt overkomen dan je je voelt. Doet wonderen voor je zelfvertrouwen.”
Ik merk dat mijn handen trillen als ik het tasje openrits ter hoogte van mijn heup, het tasje dat ik ook van Leonie geleend heb.
Hoe doen mensen dit? Waarom heb ik dit ook alweer toegezegd?
Ik buig naar de spiegel om mijn lippen rood te maken, maar blijf hangen met de rode punt vlak bij mijn mond. Trillende handen helpen ook niet om het op mijn lippen te smeren in plaats van ernaast. Ik adem een diepe zucht uit, condens vormt zich op het glas. Terwijl de wazige vlek langzaam optrekt blijf ik met mijn gezicht dicht bij de spiegel staan, dan probeer ik het.
Goh, Leonie weet echt waar ze het over heeft. Als ik mezelf niet kende, zou ik erin trappen. Met de lippenstift nog in mijn hand geklemd, probeer ik het effect extra voeding te geven. Ik sta rechtop en kijk mezelf strak aan. Ik adem drie keer kort in door mijn neus en lang uit door mijn mond. In en uuuuuuuuitttt- in en uuuuuuuuitttt- in en uuuuuuuuuitttt.
Goed. Houd je beginzin in je hoofd. Als je eenmaal bezig bent, komt de rest vanzelf.
Ik doe een laatste check of mijn aantekeningenkaartjes in het tasje zitten, in mijn hoofd repeteer ik de oneliner waarmee ik open. Een oneliner breekt het ijs en trekt meteen de aandacht.
Dan loop ik naar de deur en betreed de aula van het wijkcentrum.
Here we go.