De klant durft bijna niet in de grote spiegel voor hem te kijken. Hier in het felle licht ziet het er nog erger uit dan thuis in de badkamerspiegel, hij lijkt wel een Schotse hooglander. Hij kan zich bijna niet meer voorstellen dat zijn oren ooit vrij waren. Als hij nu zijn hoofd schudt dan hoort hij het ritselen van de haren rond zijn oren. De kapper is kaal en draagt een bril met een dik montuur. Het licht van de schijnwerpers weerkaatst van zijn hoofd. Om hem heen hangt een walm van sigarettenrook en aftershave.
Via de spiegel kijkt de kapper hem vragend aan. ‘Zeg het maar.’
‘Ik wil graag een verhaal.’ Met duim en wijsvinger geeft de klant de lengte aan. ‘Kort, maar ook weer niet té.’
De kapper knikt. ‘Eerst wassen.’
Het water is koud, de klant heeft het gevoel dat zijn hersenen krimpen tot de grootte van een spruitje. Net als hij er iets van wil zeggen wordt het langzaam warmer. De tien kappersvingers masseren zijn hoofdhuid. Niemand raakt zijn hoofd ooit zo aan als de kapper. Zijn nek en schouders ontspannen, hij zucht. De kapper komt dichterbij en fluistert lieve woorden die de kleine haartjes in zijn oor laten dansen.
‘Zo,’ zegt de kapper en wikkelt een handdoek om het hoofd van de klant.
Samen lopen ze naar de verhaalstoel.
‘Thee, koffie?’ vraagt de kapper.
‘Thee graag.’
De kapper zet de mok voor hem neer, haalt de handdoek van zijn hoofd en begint te vertellen. Zachte klanken, verkleinwoorden en pauzes tussen de zinnen. De klant is dankbaar voor deze voorzichtige inleiding, zijn oren zijn gevoelig. Hij neemt een slok van de hete thee. Als zijn oren zijn gewend, begint de kapper echt te vertellen: een hoofdpersonage met gelaagd karakter, gewiekste antagonisten, kunstig vervlochten verhaallijnen, een ingenieus geconstrueerde spanningsboog, een climax van jewelste, en een einde dat zich diep in zijn geheugen nestelt en hij voor de rest van zijn leven met zich mee zal dragen.
De kapper laat een van zijn warme kappershanden op de schouder van de klant rusten. Samen kijken ze in de spiegel. Het haar is droog, de klant ziet er precies zo uit als ervoor.
‘En?’ vraagt de kapper.
‘Prachtig.’