Ik moet je iets vertellen, maar ik weet niet goed wat. Net als jij kom ik niet vaak buiten. We kunnen elkaar wat dat betreft de hand schudden. Als dat zou mogen. Als ik dat zou willen. Ik zit namelijk niet graag aan je. Ik ken je helemaal niet. Zelfs al zou ik je wel kennen, al zouden we de tortuur der kennismaking doorlopen, dan hoef je van mij nog geen knuffel te verwachten. Vervelend, al die knuffels. Alsof we meespelen in een Amerikaanse sitcom. Doen we niet. Ik heb echte muren met deuren die niet alleen open en dicht kunnen, maar ook op slot. Ik vind als mezelf acteren al moeilijk zat. Laat me.
Er gebeurt niet zoveel in mijn leven. Voor veel mensen is dat al een hele gebeurtenis, niet voor mij. Werk heb ik niet meer. Jij misschien nog wel. Dan zit je thuis kantoortje te spelen, nadat je klaar bent met leraartje spelen voor je kinderen. Je dacht dat je lieve kinderen had, net als ik. Blijken ze gewoon net zo irritant als alle andere kutkinderen. We hadden die van ons na de geboorte gemarkeerd met een benzinestift, een streep onder het voetje, zodat we er zeker van konden zijn dat we die van ons zouden volstoppen met melk en hoge stemmetjes. Misschien dat alle papa’s en mama’s een streep op hun baby tekenen. Het zou een hoop verklaren.
Ik speel thuis dat ik niemand ben. Na al die weken binnenzitten is het me wel duidelijk. Ik hoef niets te spelen. We zijn niemand. Corona heeft ons de kroon afgenomen. Mensen zijn minder belangrijk dan blauwe luchten. De merels en mussen zijn opgewonden en wij zappen lusteloos van Netflix naar Jinek, terwijl we terugrekenen welke dag het ook alweer is en tegen elkaar uitspreken dat ons dochtertje geen broertje of zusje nodig heeft.
Vandaag is het dinsdag. Zegt de computer. Mijn kind doet haar huiswerk en vraagt om een groene limonade, een grote koek en een knuffel. Ik vraag hoeveel drie keer drie is en zij antwoordt dat ze geen domme vragen beantwoordt.
Ik kan niet wachten tot we weer naar buiten mogen. De frisse, minder blauwe lucht in, wandelen onder de vliegtuigstrepen die als elastieken de wereldbol bij elkaar houden. Mijn partner en mijn dochter. Lekker buitenspelen. ‘Doei schatjes, doe voorzichtig.’
Als iedereen weer buiten is, zal ik binnen blijven bewaken. Ik ontferm me over de terugkijkcijfers van Jinek, waar het niet langer over corona zal gaan, maar over de fascinerende haargrens van Geer.
Dan hebben jij en ik elkaar weer echt iets te vertellen.