Ik knipte het hoofd uit van een beroemde mevrouw en plakte dat heel grappig in een filmpje. Ik moest enorm lachen om het filmpje, ha ha opgehangen in plaats van opgehemeld, en om mijn plezier te delen zette ik het filmpje op het wereldwijde web. Toen zeiden ze dat dat niet leuk was voor de beroemde mevrouw en ik zei: beroemde mevrouwen moeten overal tegen kunnen, als ze ergens niet tegen kunnen moeten ze maar ophouden met beroemd te zijn. Ik mag toch elk hoofd knippen wat ik wil en plakken hoe ik wil. Ik plak en ik knip de hele dag hoofden, ik zou niet weten wat ik anders zou moeten doen, ja met mijn pik spelen, maar met mijn pik kan ik niet de hele dag spelen, daar wordt hij ruw van en dan wil mijn meisje niet meer met me – wat zeg je – nee mijn meisje is niet beroemd, nee ha ha, ik heb dus geen enkele aandrang om haar hoofd te knippen en te plakken – ehh, wat bedoel je? Dat jij haar hoofd, het hoofd van mijn meisje, gaat knippen en dan gaat plakken in een filmpje van een kippenslachterij? Dat het hoofd van mijn meisje op elke kip en dan met die automatische messen en in de bak bij de slager? Als jij dat gaat doen dan ga ik jou aangeven jongen. Dan ga ik jou aangeven bij de pliesie. En dan zul jij het weten, jongen. Zulke dingen kun je niet doen!
Over welk nieuws gaat dit?
Over de auteur

Sylvia Hubers
Sylvia Hubers schrijft gedichten, prozagedichten en kort absurdistisch proza. Ze publiceerde zes dichtbundels en onlangs verscheen bij Prometheus haar eerste bundel microproza Hier moet ik ingrijpen. Ze leest geregeld voor en maakt deel uit van De Vorlesebühne, een groep schrijvers die kort vreemd proza op het podium brengt.
Ook van deze auteur

Het water kwam
1 Minute Read

Sssst…
2 Minute Read

Spaart water
2 Minute Read