Niet zo lang geleden, in een land hier best wel dichtbij, woonden twee mensen die heel erg van elkaar hielden. Ze heetten Lucas en Tess en hadden elkaar ontmoet op Bumble. Lucas en Tess waren super gelukkig met elkaar. En ze werden nóg gelukkiger toen ze merkten dat ze een kindje zouden krijgen. Een kind dat vrede ging brengen aan alle mensen. Dat hadden Lucas en Tess niet zelf bedacht: een engel had het Tess verteld. Hij kwam als boodschapper van God. Lucas keek daar wel even vreemd van op, maar Lucas en Tess hebben een open relatie dus het is helemaal oké.
Op een dag hoorden Lucas en Tess dat ze naar Amsterdam moesten gaan. Jaap van Dissel, de hoogste baas van het land, had dat gezegd. Iedereen moest terug naar huis en thuisblijven. Lucas en Tess moesten daarom naar Amsterdam reizen. ‘Maar hoe moet dat nou!’ riep Tess, met tranen in haar ogen. ‘Ik ben best wel overprikkeld en bovendien kan ons kind elk moment geboren worden. Straks gebeurt het zomaar onderweg. Daarnaast hebben we ons huis ge-Airbnb’d, waar moeten wij dan heen?’ ‘Ik bedenk wel iets’, zei Lukas troostend. ‘Ga jij nu maar slapen.’
Die avond keek Lucas hoeveel crypto ze nog hadden. De waarde was ontzettend gedaald. Alleen als ze heel zuinig zouden zijn, konden ze misschien een Uber bestellen. De volgende ochtend werden ze opgehaald. Het was heel druk op de ring, er stond een dikke file. Na een paar uur kwamen Lucas en Tess eindelijk aan in Amsterdam. Ze waren doodmoe. ‘Nog even volhouden, Tess’, zei Lucas bezorgd. Maar Tess werd een beetje bang, ze had een onrustig gevoel in haar buik. ‘Koffie. Ik heb nog geen koffie gehad.’ ‘Wacht’, zei Lucas haastig. ‘Daar is een soort marktje’. Maar even later kwam Lucas teleurgesteld terug. ‘Geen havermelk’. ‘What the fack’ zei Tess. ‘Maar niet bang zijn, hoor. Er zijn nog veel meer koffietenten verderop. Er is vast wel ergens havermelk’.
‘En decafé hè’, zei Tess. ‘Ja, en decafé’, antwoordde Lucas.
Maar waar Lucas ook aanklopte, elk koffietentje was dicht. Lucas kwam beteuterd terug.
‘Ze hebben alleen to-go’.
‘Hè bah, dan heb je van die bekertjes. En ik wil gewoon even lekker zitten’, zei Tess. Ze gingen verder, maar niemand wilde hen binnenlaten. Geen kroeg, geen bioscoop, niet eens een Wafel & Nutella winkel. Alles was dicht. Lucas en Tess werden er wanhopig van. Toen ze een stuk verder waren, wees Lucas voor zich uit. ‘Daar zie ik nog een yoga-school.’ ‘Yes, misschien hebben ze daar ook nog wel een Rocycle klasje’, zei Tess, en ze pakte haar OneFit-abonnement al uit haar tas. Ze gingen ernaartoe en klopten aan. Een vrouw van middelbare leeftijd met een haarband deed open. ‘Nee’, zei ze, ‘wij zijn ook dicht. Maar een stukje verderop is er een tankstation. Dat is nog open. Misschien kunt u daarheen. Namaste’. Lukas bedankte de vrouw en deed een kleine childpose. ‘What the fack’ zei Tess. ‘Het zal er tenminste droog zijn’, antwoordde Lucas, ‘en warmer dan buiten’.
‘Dit moet het zijn.’ Lucas liep door de schuifdeuren van het tankstation naar binnen. Zijn ogen werden bijna verblind door het felle TL-licht. ‘Ze hebben wel van die ijskoffie in blikjes’, zei Lucas. ‘Weet je hoeveel suiker daarin in zit?!’, zei Tess, en daarna; ‘oké fack it, fack it ook maar, we doen het wel’.. Lucas en Tess gingen aan een statafel staan en begonnen te drinken. ‘Ik heb ook toch maar een gehaktstaaf gehaald’, zei Lucas, teleurgesteld in zichzelf. Ineens keek Tess hem aan. ‘Het komt!’ zei ze. ‘Het kindje komt!’
En die nacht gebeurde het. In het tankstation van Shell, tussen de snoepafdeling en de Bifi worstjes, werd het kindje geboren. Lucas sloeg zijn arm om Tess heen. Samen keken ze naar dat kleine mensje. Ze hadden tranen van geluk in hun ogen. Zoiets moois hadden ze nog nooit gezien. En ze noemden hun kindje Storm, zoals de engel gezegd had.
Terwijl Lucas en Tess vol bewondering naar het kindeke Storm keken, kwam Karin, de baliemedewerkster, achter haar hokje vandaan. Ze wees op een bordje en daarna naar het kindje. ‘Waar is z’n mondkap?!’ riep ze boos. ‘Maar het is een kind’, zei Lucas. ‘Regels zijn regels meneertje.’ En dus deden ze het pasgeboren kindeke Storm een mondkapje om, dat bijna om zijn hele lichaam paste.
En toen scheen er opeens een heel fel licht, nog feller dan het knipperende TL-licht. En uit het niets stond er een engel in het tankstation, zomaar, tussen de remvloeistof en de bloemstukken. Karin de baliemedewerkster schrok. ‘Kijk nou! Wat is dat?’ Maar de engel zei: ‘Jullie hoeven niet bang te zijn. Ik kom iets moois vertellen. Er is vannacht een kindje geboren. Nu lijkt dat natuurlijk niet zo bijzonder, maar dít kind is door God beloofd. Als hij ouder is, zal hij de mensen helpen. Hij zal hun leren wat ware vriendschap en liefde is. Hij zal-‘
Maar de engel werd aan zijn vleugels omhoog getild door Karin.
‘Jij bent zeker zo’n wappie!’ Karin wees naar de QR code bij de ingang.
De engel wist niet wat hij moest zeggen.
‘Regels zijn regels meneertje!’
En zo werd de engel aan zijn vleugels het tankstation uitgegooid.
Lucas en Tess bleven in het tankstation achter; allebei doodmoe, maar heel gelukkig. Toen Tess na een poos in slaap viel, ging Lucas naar buiten om even aan zijn E-sigaret te lurken. Hij keek omhoog naar de hemel waar duizenden sterren stonden, grote en kleine. Maar recht boven de stal stond de mooiste ster van allemaal. Het was een drone. Een grote, heldere drone. Hij was zó mooi, dat Lucas er verwonderd naar bleef kijken. Het leek of die drone hem iets wilde vertellen. En ineens wist Lucas het zeker: er was iets bijzonders gebeurd die nacht. Iets heel bijzonders!
Hoog aan de hemel straalde nog steeds die prachtige drone. Hij was zo helder dat je hem overal kon zien. Zelfs in de stadsdelen heel ver weg. In één van die stadsdelen, diep in Oost, woonden drie wijze mannen. Ze noemden zichzelf de 3WO. Ze wisten veel van sterren af, en nog meer van horeca. Op een avond keken ze weer naar de hemel. ‘Moet je kijken!’ riep één van hen. ‘Zie je dat? Wat een bijzondere drone.’ Toen zagen de anderen hem ook. ‘Weet je wat dat is? Dat is een teken. Dat betekent dat er een nieuwe hippe plek is die we kunnen uitbuiten. Zullen we die gaan zoeken?’ De anderen vonden dat een goed idee. Ze gingen meteen aan de slag. Ze maakten hun Vespa’s klaar voor de reis.
Ze volgden de drone, dwars door Zuid, het Centrum en het pontje over naar Noord. Boven een klein tankstation bleef de drone stilstaan. ‘Zou het hier zijn? Dat kan toch niet? Wat moeten we met een tankstation?! ‘Laten we toch maar gaan kijken.’ Ze stapten van hun Vespa’s en liepen naar binnen. De schuifdeuren gingen open. En toen zagen ze het pasgeboren kindje. Het lag in de afgeprijsde speelgoedbak. De mannen knielden voor de bak neer. Ze wisten het alledrie zeker. Dit was de plek die ze zochten, de nieuwe hotspot van Amsterdam Ze zagen de potentie. Ze hadden immers eerder zelfs een parkeergarage omgetoverd tot een goedlopende zaak. De mannen stonden op. Ze feliciteerden Lucas en Tess en gaven hen cadeautjes: een IPA, een alcoholvrije fles Gin en zelfgemaakt Kombucha.
Lucas en Tess bedankten de 3WO. Ze openden de drankjes en bestelden nog een lekker vegan-worstje via Gorillas. ‘Vrolijk kerstfeest’, zongen ze, en ze leefden nog lang en medium gelukkig.