Het verhaal gaat dat Jezus als kind een vogeltje van papier vouwde en met de woorden ‘vlieg’ het velletje vlees liet worden. Later zou Jezus diezelfde opverende krachten inzetten voor melaatsen en stervenden, ook voor zichzelf. Tom de Wal beweert net als Jezus magische verschijnselen te kunnen oproepen, belooft heilzame transformaties, van autisme, kanker tot homoseksualiteit, met als tegenprestatie geld of persoonlijke bezittingen ‘je camper bijvoorbeeld.’ Een Volkskrant verslaggever is aanwezig in Maastricht waar de breedgeschouderde gebedsgenezer honderdvijftig gelovigen rijp maakt voor wonderen met de hulp van een popband en de nodige humor. Een jonge vrouw heeft last van rug en nek en nadat Tom in Jezus naam God heeft verzocht haar rug recht te zetten, mag ze met haar armen zwaaien – wat lukt. Tom kijkt triomfantelijk, waarna de vrouw verlegen opmerkt dat ze met zwaaien nooit zo’n last heeft gehad, na het slapen heeft ze pijn. Van De Wal vraagt haar de volgende morgen terug te komen om te kijken of ze dan beter is.
Een tijdje geleden werd ik geteisterd door angsten en flinke pijn in mijn donder waardoor ik nauwelijks mijn huis uitkwam. Artsen konden geen verklaringen vinden en geestelijk grasduinen bracht me alleen maar verder van huis. Ik bezocht iriscopisten, handlezers, Tibetaanse kruidenvrouwtjes en dompelde me een paar jaar onder in een spirituele gemeenschap – alles zonder resultaat. Een vriend van mij had zich verdiept in Christian Science en raadde aan de weg van het gebed te proberen. Grondlegger Mary Baker Eddy had zichzelf zo kunnen genezen, van geelzucht, hysterie en van de verwondingen na een ongeluk. Niet God maar het gebed als toverdrank, door het diepe inzicht dat de wereld van materie een illusie is, de werkelijkheid puur spiritueel is. Mijn vriend had vrouw en kinderen verlaten, zijn goedbetaalde baan opgezegd en vertrok in een camper de bossen in, waar hij zich volledig wijdde aan het werk van Mary Baker Eddy om tot het domein van licht door te dringen, ook al begon hij er steeds valer uit te zien. Ik legde zijn advies naast me neer, had iets soortgelijks al tevergeefs toegepast bij mijn broertje om hem te genezen van een tumor in zijn hoofd: positief blijven denken, blijven herhalen dat je niet beter wordt, maar al beter bent, dat ziekte slechts een illusie is. De hoop, de obsessie met die paar zinnetjes en daarna de blik van ongeloof en desillusie – nee, dat nooit meer.
Toch blijf ik geloven dat er een kracht is die we kunnen aanroepen, een kracht die moeilijk aan te wijzen is, niet mentaal, maar eerder gestript van woorden en concepten, noem het energie, een kracht waarmee we wonderlijke veranderingen in bewegingen kunnen brengen.
In The New York Times stond onlangs een artikel van een neurowetenschapper die getroffen werd door kanker en door vrienden geadviseerd werd toch vooral positief te blijven. Eerst verbolgen, daarna nieuwsgierig onderzocht hij het effect van positief denken op de woekering van kanker en kwam tot de ontdekking dat sommige cellen beïnvloed worden door zogenaamde zenuwvezels die hun lading meekrijgen vanuit de hersenen. Wat gedacht wordt kan invloed hebben op het lijf. Of beter gezegd, waar geen lading op zit, stopt de elektrische overactiviteit.
Zou het zo zijn dat als we geen taal meer kunnen vinden, het woord wel degelijk vlees kan worden?
André Platteel
Tekening door Ricky Schouten