Het lijkt wel alsof de beenruimte bij elke vlucht nog weer iets minder wordt, denkt Wouter. Hij kiest uiteindelijk een wijdbeense positie. Manspreading noemt Jolien dat afkeurend. Maar Jolien is er niet. Wouter opent het Wall Street Journal dat hij speciaal voor de vlucht heeft gekocht. Niet dat hij zich voor zakelijk en financieel nieuws interesseert, maar hij houdt van de uitstraling die het hem geeft. Jolien kon er alleen maar flauwtjes om glimlachen toen ze laatst samen vlogen. Vooral de aandelenkoersen werken goed. Daar kan hij minutenlang naar staren en zich belangrijk voelen.
Zijn innerlijke rust wordt verstoord door kindergejengel. Een vrouw met rood hoofd, warrig haar en twee kleine larven op haar arm. Ze zou toch niet naast hem komen te zitten? Hij bidt tot God of wie dan ook dat ze langs zijn rij heen loopt, verder naar achteren. Ze maken heel even oogcontact en ze kijkt nu al verontschuldigend. Ze komt tot stilstand, zet dan de twee larven op de stoelen naast hem neer, waarop de kleinere meteen harder begint te huilen. Wouter zucht. Waarom moet hij gestraft worden? Karma, zou Jolien zeggen en haar schouders erbij ophalen. De vrouw zet haar rugzak af, wurmt zich op de stoel naast hem, de kleinere larf wiegend op haar arm de grotere op de stoel aan de andere kant naast zich.
‘Mama, ik wil bij het raam.’ Hij wijst naar Wouters plek.
De vrouw probeert hem af te leiden door hem een speelgoedauto in de hand te drukken. Wouter verstopt zich achter zijn Wall Street Journal, maar als de vrouw tegen zijn been aan stoot, kan hij haar niet langer negeren.
‘Sorry,’ mompelt ze.
Hij gaat verzitten, verplaatst zijn been een paar centimeter zijn kant op.
‘Mama, ik wil bij het raam,’ roept de grotere larf weer.
Wouter ademt diep in en uit, richt zich weer op de krant. Hij denkt aan zijn goede voornemens voor 2024, denkt eraan dat hij wat liefdevoller wil zijn voor de mensen om hem heen. Hij vouwt de krant op. ‘Zullen we van plaats ruilen? Dan kan de kleine bij het raam zitten.’ Wouter forceert een glimlach.
De vrouw kijkt hem dankbaar aan. De larven zijn voor een moment stil. Twee minuten later zit Wouter op de stoel bij het gangpad. Hier kan hij tenminste een van zijn benen strekken. Vanuit zijn ooghoeken ziet hij hoe de grotere larf zijn neus tegen het raam aan drukt en met zijn wijsvingertje iets aanwijst. Even glimlacht Wouter, blij met zijn net verworven karmapunten, en hij bladert verder naar de aandelenkoersen.