Ik word wakker met het linkerdopje van mijn bluetooth-set nog in mijn oor, de podcast is inmiddels aan de vierde aflevering begonnen. Met mijn ogen dicht spoel ik terug, het maakt niet uit waar het verder gaat. Ik draai me nog eens om en word een half uur later op precies hetzelfde punt weer wakker. ‘Petri is echt mijn spirit animal,’ hoor ik weer. ‘En ik blijf echt bang voor die Walter.’ Ze lachen. Er klinkt een jingle.
Dit keer laat ik de podcast gewoon doorlopen en ik zoek op de tast naar het rechteroordopje. Het ligt onder het kussen. Ik stop het in mijn oor, sta op en loop naar de keuken. Daar zet ik de radio en de afzuigkap aan voor ik de dopjes uitdoe en in hun doosje stop. De koffiemachine zoemt, de vaatwasser maakt een ritmisch geluid. Op de radio gaat het over een ‘akoestisch adviseur’, ik zoek op mijn telefoon op wat dat betekent, terwijl de koffie in de kop drupt.
Met de warme mok in mijn hand en de podcast weer op mijn oren, loop ik naar de woonkamer, waar ik de televisie aanzet. De dopjes houd ik nog even in terwijl ik het nieuws kijk, maar ik druk wel op de pauzeknop op mijn telefoonscherm. De radiator wordt tikkend warm, de buurvrouw is aan het stofzuigen. De kat drinkt slurpend water uit het fonteintje, buiten toetert een bus. De televisie staat niet hard genoeg. De reclame begint en ik zet de hysterische muziek harder, ik kleed me aan en poets mijn tanden. Met mijn jas en schoenen aan en de voordeur al open houd ik mijn hand bij de knop van de televisie en zet me schrap. Ik druk hem in en sprint zo snel als ik kan naar mijn auto.