Jeff liep op schoenen, met van die verend dikke zolen, vol richels en groeven, patronen en kepen. Mooi was anders, maar ze voelden vertrouwd. De leest was zijn leest, het voetbed zijn voetbed, de tred zijn tred.
Op een dag gebeurde het zomaar. Een situatie. Jeff week uit voor het een, en schampte het ander, gleed uit en stond toen in de poep, grondig in de poep, met die schoenen. Hij stond daar en voelde zichzelf nog enkele millimeters zakken. Hij keek om zich heen, maar het was al gebeurd.
Jeff stond in plassen en sleepte door gras. Hij stampte door aarde en zand en door gravel. Maar ook jaren later was de poep niet weg, de stank sterker.
Vandaag dacht Jeff, ik gooi ze de gracht in. Maar waar vond hij nog zo’n paar?