Het vilten knielmatje hangt uitnodigend aan het haakje, maar Colette gaat niet lopen knielen. Gewoon zitten, zwijgen, inademen en uitademen is eerbiedig genoeg, vindt ze. Haar handen liggen naast elkaar op haar schoot. Haar ogen kunnen ook best open blijven. Hoewel ze iedere dag langs de basiliek loopt, was ze in geen jaren meer binnen geweest. De uitvaart van tante Cécile, misschien was dat de laatste keer. Maar vanmorgen zag zichzelf zomaar de zware deur opendoen en een plek zoeken naast het middenpad, bijna vooraan. Gewoon even mediteren, zegt ze tegen zichzelf. Prima plek daarvoor, ik moet toch oefenen.
Als kind kwam ze hier iedere zondag. Haar favoriete deel van de dienst was de Heilige communie. Je had even een loopje, de dienst was bijna afgelopen en je kon naar de anderen spieken. In de langzame rij naar voren gluurde ze langs de banken wie er wel en wie er niet was vandaag. En in welke houdingen ze baden. Maar als je dat lichaam van Christus eenmaal aan haar eigen verhemelte plakte, begon het toneelstukje van zelf bidden. Niet meer prevelen wat de anderen prevelen, niet meer zachtjes of iets harder ‘Rendez grace au Seigneur’ meezingen, maar persoonlijke invulling van het hoofdstuk ‘vrij bidden’. Eerste deel: het knielmatje op de balk. Vervolgens de knieën erop, de ellebogen op de bank voor je, handen gevouwen. Ogen dicht. Je kon beginnen en eindigen met een ostentatief kruisteken, of niet, je kon veel tijd nemen, net zolang tot je broers en zussen naast je allemaal zijn gaan zitten en je de vroomste van het gezin was, je kon stil blijven of een klein beetje fluisteren. Colette was altijd zo druk geweest met de vormen dat ze aan de inhoud weinig toe kwam. God, wilt u zorgen dat ik een voldoende haal voor aardrijkskunde?
Ze kijkt omhoog naar het hoge plafond. Jezus, de apostelen, heiligen, heel veel engelen. Vinden jullie het goed, vraagt ze in zichzelf, dat ik alleen maar rustig ademhaal? Dat ik geen onderonsjes met God meer doe? Ik zal straks een kaarsje aansteken bij Maria. En niet vergeten een euro in het blik te laten vallen.
Colette doet toch even haar ogen dicht. Ze probeert nergens aan te denken, zoals ze heeft geleerd in de meditatiecursus. Dat lukt. Het is half 9 in de ochtend en ze voelt zich vredig en licht.