Voor de slachtoffers.
Natuurlijk.
Die waar je het niet eens mee bent.
Die je vreemd vond. Of onaangenaam.
Die hun hond schopte. Nee, echt, zelfs die. Juist die.
Voor de kinderen.
Altijd voor kinderen.
Ook kinderen van de verkeerde ouders.
Ook kinderen met geniepige trekjes.
Ook de kinderen die nu nog in de regen slapen. Maar je hebt een slaapzak gestuurd.
Voor de verstoppelingen.
De verschoppelingen.
Zij waar we het niet meer over hebben. Die we heel hard proberen te vergeten. Ze zijn er nog.
Voor de twijfelaars.
De weigeraars.
De laffe zwijgers.
De foute beslissers.
Je weet best dat jij ook niet altijd het goede doet. Laatst bijvoorbeeld gaf je iemand een knuffel.
Voor de daders.
Die gedwongen werden. Die niet beter wisten
Die slachtoffer vielen. Die slachtoffers hielpen.
De daders die zo slecht nog niet waren. Of gewoon nog heel jong.
De daders die eigenlijk niets deden.
Voor je opa, die gewoon zijn best deed in een handgranaatfabriek in Duitsland. En zijn beste vriend, die terug kwam in een kano.
Je oma, op de fiets op zoek naar eten in het Noorden. Voor je andere opa, die een Duitser schoot, maar zich levenslang moordenaar voelde. En je oma die zoals altijd, voor haar zusjes zorgde. Er is ook gewoon nog leven.
En voor iedereen die een levenslang zweeg.
Ja, en jij moet ook je mond houden. Gewoon even je mond houden.
Voor iedereen die het niet met je eens is. Ja, vooral voor alle meningen. Al dat zeker weten. Al de opinies. Je moet je mond houden. Misschien zelfs wat langer dit jaar.