op het plein met de glazen wanden
staan drie rode praatstoelen
voor de welwillenden
een ovale tafel, zandloper
de vlaggen wapperen
er wordt geblaft en gegromd
achter een maagdelijk wit tafellaken
de praatstoelen praten en praten
met hun lange schone poten
stofvrij en glanzend acaciahout
de randen van de tafel strekken mijlenver
over landsgrenzen bombardementen oceanen
securing our future prijkt op a4tje’s
geplakt aan de rugleuning van de stoelen
de welwillenden zwijgen met hun zitvlak
en wuiven ze wuiven denkbeeldig
met de oostenwind mee
op de tafel staan de mokken
de mokken gloeien van opwinding
verdampen halfzoete vredesaroma’s
en blazen hoge tonen voor iedereen om te horen
hoor ze zingen in tweede en derde stem
een welwillende zeeman neemt een slok
hij leeft aan land en knabbelt kabels
robuust postuur, dikke huid
draagt handzame ringen
met blauw-violette charoiet
oogt kalm en lieflijk