Ik houd me voor dat ik me als beeld wentel
In de gedachten van de ander, voorbijgangers
Kijken me aan, kijken mij niet aan maar
Mijn lichaam, dat ik heb ontbloot als boodschap
Om dit beeld van mijn borsten, van blootheid
Te ontdoen van de nood aan aanraking, iemand
Vraagt me glunderend, mag ik kunst van je maken
Maar maak geen kunst van kunst, denk ik, toch
Stel ik me voor hoe hij dat ziet, stel ik me hem voor
Gebogen over stapels dik papier, handen zwart glanzend
Van houtskool, van het mislukken van dat ontblote
Lichaam als kunst, op papier omdat het dat
Al was, op Times Square, en het steendikke papier
Weegt te weinig als drager, hij denkt
Dat hij de vrouw tekent die hij daar zag
Maar hij tekent gewoon wat hij denkt te zien,
Tekent de twijfel, omdat hij de boodschap
Niet vat, hangt vast aan dat beeld
Van haar borsten, van haar gedachten die hij
Haar wil toeschrijven maar hij blijft bij
Het lichaam, bij de warme borstgolven tegen haar
Ribkasten kliffen aangeschurkt en hij voelt zich
Naakter dan haar, ontdaan van alle lagen die haar
Tot haar maakten, dat beeld waarin ze gewenteld was,
Dat Zichzelf waarin ze de ander uitnodigde niet
Langer stil te staan, en hij staat stil, bij het beeld
Van zijn twijfel rond haar borsten, de twijfel die
Ik herken want ik denk dat ik hem verzin maar
Ik verzin gewoon mezelf, op Times Square, nu,
nu ik naakt ben
Over welk nieuws gaat dit?