Een lenteavond in Bagdad, 208 jaar sinds het vertrek van de profeet uit Medina.
Mohammad ibn Moesa al-Chwarizmi buigt zich voorover naar de tere, halfgeopende kelk van een roos, ondersteunt de bloem voorzichtig met wijs- en middelvinger en laat de geur zijn gemoed verzachten.
De hele middag is hij bezig geweest met het terugvinden van een manuscript dat eergisteren arriveerde uit Constantinopel en vrijwel onmiddellijk kwijtgespeeld bleek door een onnadenkende klerk. De hoofdpijn van vorige herfst dreigt weer de kop op te steken.
‘Vijf kroonbladeren’, klinkt het achter hem. ‘Nooit vier of zes. Waarom vijf?´
Al-Chwarizmi richt zich op, om zich meteen weer te buigen. De kalief maakt een handgebaar en slaat ongeduldig zijn mantel terug. Geen plichtplegingen vandaag – hij heeft behoefte aan een praatje.
‘Het komt mij voor dat hij die de diepste verhoudingen van de wereld doorgrondt heerser zal zijn over dit ondermaanse.’ De kalief pauzeert even. ‘Dus. Is het mogelijk de diepste verhoudingen van de wereld te doorgronden?’
Al-Chwarizmi probeert het verloren manuscript uit zijn hoofd te zetten.
‘Het komt mij voor dat ook de heerser het product is van een diepste verhouding.’
De kalief fronst en wijst naar de bibliotheken en schrijfzalen die de tuin omvatten als een oester.
‘Ben ík niet degene die dit Huis der Wijsheid heeft gebouwd? Ben ík niet degene die de troon bezet en de sleutel tot alle raadsels in handen heeft?’
‘Dat bent U, daaraan twijfelt niemand. Maar als U het niet was zou het een ander zijn.’ Al-Chwarizmi weet hoever hij kan gaan met de kalief – en dit was misschien te ver. Maar de kalief zwijgt en dus vervolgt de geleerde:
‘Bedenk wat er zou gebeuren wanneer de troon – God verhoede – onbezet zou zijn. Het hof zou uiteen vallen in facties die elkaar op leven en dood zouden bevechten. De ene na de andere prins zou afvallen totdat de winnaar van de laatste tweekamp zichzelf eenzaam koning zou kronen. Ongetwijfeld zouden we zijn kracht aanbidden en zijn inzicht bewonderen. Maar stel nu dat hij in het laatste duel zou zijn gestruikeld en zijn tegenstander daardoor zou hebben gewonnen. Een stom ongeluk met dramatische gevolgen. Maar toch zou het resultaat precies hetzelfde zijn geweest: de troon zou zijn bezet. En dus is het de troon die de koning maakt. De troon is een procedure om tot koningen te komen.’
De kalief heft waarschuwend zijn hand en loopt dan zonder groet terug naar zijn gevolg dat eerbiedig op een afstand is blijven wachten. Over twee of drie avonden zal hij hier weer staan, met een nieuwe vraag.
Al-Chwarizmi blijft achter bij de rozenstruiken, luisterend naar de klerken in de galerijen, het water onder de Tigrisbrug, luisterend naar het spel van wetmatigheden dat hemel en aarde zo lichtvoetig in gang houdt.