Lieve Reza,
Ik moest even teruglezen of je het boek overleeft. Nu weet ik waarom ik twijfelde. ‘Er is iets gebeurd met Reza,’ krijgt je ex-vriend te horen als hij op vakantie is. Hij rijdt terug, naar Nederland, naar jou, maar bedenkt zich halverwege en keert om. Op zoek naar het meisje waar hij deze vakantie verliefd op werd. Dus ik weet het niet. Wat je deed en waarom.
Je doet me zo aan mezelf denken, Reza. Dat deed je al toen ik voor het eerst over je las, iets meer dan vijftien jaar geleden. Je onredelijke woede, je eindeloze liefde. Af en toe ben ik bang dat het makkelijker is om een boek over ons te schrijven, dan van ons te houden. ‘Jij kan tenminste nog over Reza schrijven’ krijgt je ex te horen. Alsof je iets bent dat iemand heeft meegemaakt, een lijden zoals een ziekte of een verlies. Een triomf of een ramp. Een vakantie met zon en zee en cocktails, onverwachts overspoeld door een tsunami die door de straten rolt. Wij kunnen tenminste altijd nog over onszelf schrijven.
Onze borsten zijn prachtig. Dat vind ik belangrijk om te zeggen. Niet dat ik die van jou heb gezien, maar ze worden uitvoerig beschreven. Ze zijn klein, ja. En ik weet hoe eng dat is. Niet goed genoeg te zijn. En zo graag tevreden willen zijn met jezelf, maar niet op kunnen houden met je vriendje te vragen of hij ze wel écht echt mooi vindt. En als hij ja zegt liegt hij, en als hij nee zegt is het een klootzak. Vijftien jaar later kan ik je vertellen dat borsten eigenlijk altijd prachtig zijn. Groot of klein, hangend of puntig, met tepels als kletskoppen of framboosjes. Het is een eer ze aan te mogen raken. Ik weet dat je je borsten en je lichaam beschadigt, krassen maakt met je nagels of een mesje. Je haat zoveel groter dan de liefde voor jezelf. Houd vol, het wordt echt beter. Je ex schreef: ‘Reza, jouw borsten zijn twee parels in dit immense tranendal van lelijkheid en ongeluk.’ En hij had gelijk.
Reza, ik weet dat het soms voelt alsof je alles fout doet. Dat je cavia Kafka stierf op de dag dat je vriend je verliet. Dat je per ongeluk stond te zoenen met mensen met wie je dat beter niet had kunnen doen. Dat je je altijd af zal vragen wat we hier verdomme met z’n allen aan het doen zijn. Dat je je zo godvergeten leeg en alleen voelt. Maar doordat jij er was, lieve Reza, zo’n vijftien jaar geleden terwijl ik huilend de pubertijd door ploeterde, voelde ik me een beetje minder leeg. En een beetje minder alleen.
Liefs, Sara
Rondom de Boekenweek heeft Shortreads een aangepast programma: drie weken lang verschijnt er elke werkdag een brief aan een romanpersonage. Deze keer een brief aan Reza, uit ‘Ik ook van jou’ van Ronald Giphart.