Als je echt iets wil in je leven, dan moet je daar vol voor gaan.
Henriette Veenstra las de tekst op de achterkant van een theezakje, Sterrenmunt om precies te zijn, en het liet haar niet meer los.
Henriette had geen hobby’s. Ze leefde een middelmatig leven, met een middelmatige man, in een middelmatig huis. Zelfs de hond was niet bijzonder leuk. Henriettes man hield van dammen, dus damde Henriette elke avond. Henriette had één vriendin, Belinda, waar ze regelmatig op bezoek ging voor een kopje koffie.
‘Het is weer lekkere koffie’ zei Henriette dan.
‘Deze was in de aanbieding bij de Vomar’ antwoordde Belinda.
Daarna zeiden ze een half uur niets.
‘Ik moet maar weer eens gaan’ concludeerde Henriette altijd treffend.
‘Rookworst’. Henriette zei het hardop. Ze was alleen thuis, tuurde langs de gordijnen naar buiten. In haar hand had ze het theezakje Sterrenmunt vast, het gaf haar kracht.
‘Ik heb zin in rookworst’.
Ze had nog nooit zo resoluut geklonken.
‘Rookworst van de HEMA, de lekkerste’.
Plots stond ze buiten. Zonder jas of iets, stapte ze de auto in. Als haar man haar nu zou zien, zou hij woest worden. Hij zou schreeuwen en vloeken en haar direct het huis weer insturen. Henriette keek nog een keer goed naar het theezakje.
Als je echt iets wil in je leven, dan moet je daar vol voor gaan.
En Henriette ging.
Ze startte de motor van haar Fiat Punto. Dat ze nooit haar rijbewijs had weten te halen, was even niet van belang. Ze dacht aan alle vriendinnen die ze nooit heeft gehad, alle hobby’s die werden afgekraakt door haar man, ze dacht aan haar prachtige carrière die ze nooit begon. En aan die smakeloze koffie van Belinda.
‘Ik wil godverdomme rookworst!’ schreeuwde Henriette, inmiddels met een grijns op haar gezicht.
Ze scheurde met haar auto de A10 op. Niets kon haar meer stoppen, dus ook de aankomende file niet. Het enige wat Henriette kon zeggen was: ‘Ik wil rookworst!’
Henriette sprong uit haar rijdende auto, en rende door over de vluchtstrook. De loeiende sirenes, de helikopter boven haar hoofd, de brandende file op de achtergrond; het kon haar niets meer schelen.
‘Ik ben Henriette motherfuckin Veenstra’, bulderde ze, ‘en ik wil rookworst!’.
De politie had haar na een achtervolging van ruim vier uur eindelijk te pakken.
Terwijl Henriette al glimlachend in de boeien werd geslagen, viel het Sterrenmunt theezakje uit haar handen op het asfalt.
Als je echt iets wil in het leven, dan moet je daar vol voor gaan.