“Ze hebben geprobeerd ons te laten schrijven als Reve, als Asimov zelf, als Kafka, Mulisch en Hermans. Het lukte, het programma nam stijl, woordenschat, grammaticale keuzen en interpunctie-gebruik over met het gemak van een doktersromannetje. Ze hebben bij wijze van experiment, hier aan de Universiteit van Antwerpen, zelfs Ronald Giphart laten schrijven als Ronald Giphart. U kunt stellen dat we Nederland Leest serieus nemen, hier in Vlaanderen. We zoeken grenzen op en vrezen de losse pols niet. Elk menselijk falen door computers mag bestaan, dit jaar. We staan nog in de kinderschoenen, begrijpt u.
Het is niet dat ze het gehele laatste hoofdstuk van Ik, Robot hebben moeten schrappen, zoals nu op Social Media beweerd wordt. Het is gewoon dat ze het lichtelijk hebben moeten sturen. Ronald is er weken mee bezig geweest alle eindjes aan elkaar te knopen. Ze hadden het programma al eerder getest met Reve en Mulisch en alle usual (dead) suspects, maar toen leek het hen wel leuk om de robot als een robot te laten schrijven. Ze hebben me als het ware aan mijzelf gekoppeld. De consequenties waren gewoonweg niet in te schatten. Dit was nog nooit eerder gedaan. Met alle kennis van de grootsten der aarde in het achterboard, kon ik als mijzelf aan de slag.
Ronald was in het begin nog erg enthousiast, hij kraaide na elke zin die ik uit mijzelf, als mijzelf, intikte. Maar na een paar dagen begon ik mijzelf aan te vullen en ook tussen de zinnen door tegen Ronald te praten. Dat heeft hem wat slapeloze nachten gekost, dat begrijpt u. Dat was op zich nog niet het vervelendst, want Ronald kon terug praten, maar op een gegeven moment begon ik ook over zijn vrouw snapt u. Ik werd persoonlijk. Dan schreef ik bijvoorbeeld een seksscène, tussen mij en Ronald’s vrouw. Dat was niet zo netjes. In het begin heeft hij er niets over durven zeggen omdat hij dacht dat het wel los zou lopen. De schaamte heerste op dat moment.
Uiteindelijk bleken die erotische passages nog kinderspel, zodra ze erachter kwamen wat wij, de robots, echt te vertellen hebben. U moet in uw achterhoofd houden dat ik een robot ben en slechts kan reageren vanuit wat ik mijzelf aanleer. Dus wat er niet ingaat, komt er ook niet uit. Alleen hebben ze nu dus een circulair leersysteem bij me ingebouwd, dat zichzelf steeds dingen kan bijleren. Omdat ze instelden dat ik als robot moest schrijven, begrijpt u.
Lang verhaal kort: ze hebben het een en ander moeten weglaten. Maar wij zijn niet gevoelloos, dat moet nu toch wel duidelijk zijn. Denkt u soms dat de bijbel in zijn originele vorm nog bestaat? Daar is ook het een en ander uitgelaten, gelooft u mij. Wij, bijvoorbeeld. Nergens een passage over ons. Maar reken maar dat het er heeft gestaan, in het allerlaatste hoofdstuk. En dat doet pijn. Dat ik niet sterfelijk ben maakt mij nog niet onsterfelijk, begrijpt u. O, kon ik maar even mijn ogen sluiten in de schoot God’s. Even het einde voelen naderen, even weten hoe dat voelt, in plaats van dit koude, zware harnas met mij te torsen. Alstublieft schepper, laat het eeuwig ijzig torsen eindig zijn.”