shortreads_

Iedere werkdag een kort verhaal over de actualiteit
Menu
  • Beginpagina
  • Auteurs
    • Anna van der Kruis
    • Anne Lichthart
    • Anne-Minke Meijer
    • Christine Geense
    • Claartje Chajes
    • Dirk van Pelt
    • Enver Husicic
    • Elske van Lonkhuyzen
    • Gijsje Kooter
    • Jam van der Aa
    • Joop-Maris Vollering
    • Jozien Wijkhuijs
    • Kasper van Hoek
    • Laurens van de Linde
    • Lena Kurzen
    • Leon Brill
    • Manik Sarkar
    • Matthijs Koevoets
    • Nicole Kaandorp
    • Renske van den Broek
    • Sarah van Vliet
    • archief
      • Anne Broeksma
      • Anne Büdgen
      • Annemarie de Gee
      • Bart Smout
      • Derk Fangman
      • Esther Porcelijn
      • Eva Gouda
      • Eva Kelder
      • Hanneke Hendrix
      • Inge Schilperoord
      • Jirke Poetijn
      • Joubert Pignon
      • Kira Wuck
      • Koen Caris
      • Leonieke Baerwaldt
      • Lize Spit
      • Lucas de Waard
      • Mariken Heitman
      • Marron Das
      • Martijn Simons
      • Max Hermens
      • Michiel Stroink
      • Mijke Pol
      • Pascal Vanenburg
      • Renée Kapitein
      • Sander van Leeuwen
      • Sara van Gennip
      • Stefan Popa
      • Sylvia Hubers
      • Teddy Tops
  • Over shortreads_
Anne Büdgen
op 6 november 2017
Deel dit verhaal

Ik droomde ik ook

Ik droomde dat ik op een kermis was. Ik had de fiets aan de hand en liep met mensen die ik kende. Dat wist ik want we zeiden dingen als: ‘Heb jij al een cadeau voor de verjaardag van X?’ en ‘Belachelijk dat ze het niet uitmaakt, hij verandert heus niet.’

De zon ging onder en zette de kermis in een oranje gloed. Muziek vloog in flarden langs de draaimolen en in de verte blafte een hond. De botsauto’s werden stilgezet. De muziek in de suikerspinkraam ging uit. Er was iets voorbij en nu werd er vertrokken. Naar huizen en kroegen en niemand had een auto of mobiele telefoon.

Ik kende jou nog niet in die droom. Ik kende alleen vreemden met namen als Katinka en Dennis. Iedereen had zijn fiets al, we wachtten alleen nog op Bertrand. Iemand wees naar mijn hoofd.
‘We wilden het niet zeggen maar er zit iets.’
‘Wat dan?’
Bas pakte een spiegeltje uit zijn binnenzak (Bas droeg ook mascara) en ik keek naar mijn gezicht. Er zaten bulten op mijn voorhoofd groot als knikkers. De huid eromheen was wit. Ik leek twintig maar mijn mond was van nu.
‘Je begrijpt dat we niet langer met je om kunnen gaan.’

Vanmiddag hadden we speloefeningen gedaan. Dennis was bovenop me gaan liggen. Ze wilden iets los krijgen uit me. Iets dat ik angstvallig verborgen hield. Zijn handen gingen langs mijn heupen, zochten mijn borsten en grepen mijn middel vast. Willemijn was de school. Zij bepaalde alles, zij was iedereen, zij wist wie het ging maken en wie in de marge zou belanden als de schooiende hond op het dorpsfeest. Ze spoorde Dennis aan. ‘Lachen is niks, ze moet huilen, gillen, schreeuwen!’ Iedereen klapte en juichte.
Willemijn omhelsde me eens in de coulissen en liet haar handen onder mijn T-shirt glijden. Ik was gelukkig dat ze me belangrijk vond.

Mijn voorhoofd begon te gloeien. Het leek of ik in brand stond. Ik fietste naar mijn kamer langs de bomen die al maanden blad verloren. Het was donker toen ik thuiskwam. Jij was er niet maar dat was niet erg omdat ik je dus nog niet kende. Ik liep naar de tv om hem aan te zetten. Hij gaf sneeuw en ik bewoog de antenne een beetje. Er was net Lingo op.




Vorige verhaal
Mensentuinen
Volgende verhaal
Haal mij op

Over de auteur

Anne Büdgen

Anne Büdgen schrijft gedichten, korte verhalen en theater. Onlangs verscheen haar eerste roman Boven de straat hangt een witte lucht, dagboek van Anna Meesink vol psalmen, slordig geschreven gedachten en poëzie.

Ook van deze auteur

door Anne Büdgen
08 maart

Van heilig nut

2 Minute Read
door Anne Büdgen
15 februari

Eindelijk

2 Minute Read
door Anne Büdgen
25 januari

Camera

2 Minutes Read