Ik ben bang.
Ik ben bang, omdat twee landen ruzie maken en niemand lijkt te weten wat we daarmee aan moeten. Ik ben bang omdat we dit niet gewend zijn. Omdat blaffende honden ineens wel blijken te bijten. Ik ben bang, omdat we ineens weer terug zijn op het schoolplein, we zijn weer zes jaar oud en die twee bullebakken uit groep 4 hebben het weer voor het zeggen. Terwijl dat helemaal niet is hoe het echte leven werkt, dat hebben we nou juist zo vaak tegen elkaar gezegd, dat dat niet is hoe het echte leven werkt. Ik ben bang omdat het feit dat ik bang ben, zo weinig lijkt uit te maken.
De vierde wet van Newton: elke actie heeft een directe en buitenproportionele reactie.
De vuurlinie is geen linie meer maar een net, dat over de hele wereld heen ligt. We zijn allemaal geaccepteerde nevenschade.
Ik ben bang, ho eens even, zo zeggen wij dat natuurlijk niet meer, wij zijn niet bang, wij voelen ons bang. Angst is een emotie, zijn wij onze emotie? Nee, wij zijn niet onze emotie. Wij zijn verlichte wezens, wij laten ons niet leiden door ons onderbuikgevoel, wij laten ons leiden door onze ratio. Ja, behalve Trump natuurlijk, maar dat was niet hoe het echte leven werkt, weet je nog?
Wat ik tegen gevaar kan beginnen:
- Ik kan naar buiten blijven gaan.
- Ik kan een kroeg inlopen en daar kan ik bier gaan drinken en aangeschoten raken.
- Ik kan bedenken dat ik alleen maar tijd heb om bang te zijn, omdat ik genoeg te eten heb en een dak boven mijn hoofd.
- Ik kan erkennen dat zij (zij, zij, zij, wie is zij, gewoon, zij) alleen winnen wanneer ik hen toesta mij in mijn doen en laten te beperken.
- Ik kan bedenken dat, in het geval van een directe kernaanval, de solide massa die ik ben al in losse moleculen uiteen is gevallen voordat ik doorheb dat dat aan het gebeuren is, en dat zelfs de eerste pijnprikkel zijn tocht langs de zenuw halverwege zal moeten staken simpelweg omdat de zenuw niet langer bestaat.
- Ik kan boodschappen blijven doen.
- Ik kan mijn geliefden opbellen en met ze praten over de films die we hebben gekeken en over het nieuwe hondje van de buren.
- Ik kan de neiging bedwingen om tegen die geliefden te zeggen dat ik van ze houd voordat ik de verbinding verbreek.
- Ik kan van mijn geliefden houden.
Maar toch. We zijn struikjes in een storm. We worden gemakkelijk losgetrokken.