Nadat de bruid en haar kersverse echtgenoot elkaar vol op de mond gezoend hebben en het applaus van de huwelijksgasten is weggestorven kijkt de ambtenaar van de burgerlijke stand op zijn blaadje met aantekeningen. ‘Even zien, hoor,’ zegt hij, ‘hadden jullie nu wel of niet de prognose in jullie pakket? Ehm… o ja, wel.’ Hij vraagt de gasten weer te gaan zitten. Het bruidspaar mag blijven staan. Achter in de kerk zwaaien de grote houten deuren open en komt een kleine robot op rupsbanden traag over het gangpad aangereden. De robot blijft naast het bruidspaar stilstaan. De ambtenaar van de burgerlijke stand tilt de robot op en houdt hem in zijn armen als een pasgeboren baby. Van tevoren had het bruidspaar allemaal moeilijke vragen moeten beantwoorden. De ambtenaar van de burgerlijke stand had de antwoorden ingevoerd in de software op zijn computer en doorgestuurd naar de robot.
De robot heeft alle gegevens verwerkt en komt nu met zijn voorspelling hoe hun huwelijk zal verlopen. Het was een prijzige bedoening, maar het bruidspaar wilde gewoon weten waar aan toe te zijn. Uit een microfoon op de buik van de robot klinkt de prognose echoënd tegen de muren van de kerk:
Bliep. Eerste dagen huwelijk geen problemen. Bliep. Dan zal vrouw zwanger blijken. Bliep. Baby niet van man. Bliep. Man ontdekt dit niet. Bliep. Na bevalling vrouw postnatale depressie. Bliep. Man verliest been bij skiën. Bliep. Nieuw kind. Bliep. Weer van een ander. Bliep. Man heeft weer niets door. Bliep. Vrouw sterft jong. Bliep. Man blijft achter met twee kinderen die niet van hem zijn en komt achter homoseksualiteit. Bliep.
Niemand zegt iets. Achter in de zaal niest een vage bekende. De ambtenaar zet de robot weer op de grond. De bruid kijkt naar haar schoenen. De bruidegom kijkt naar de bruid. De ambtenaar van de burgerlijke stand schraapt zijn keel en zegt: ‘Er is natuurlijk een kleine foutmarge.’