Ik ben denk ik van het zuidelijke type. Van de zon en de zee en zo. Sardines die er nu niet echt meer zijn eten. Beetje citroen erop en klaar is kees. Tomaat in partjes met veel olijfolie en azijn. Van die echte tomaat nog.
De zee ja. Een balkon of een terras. Uitkijken over die zee. Een boot zien uitvaren. Een houten werkboot met een mooie contrastkleur en grote visvanglampen. Voor die vis die er nog gewoon is. Een moeder en een vader erbij. De horizon.
Terras aan het strand of in de haven. Feestfamilies rond de tafels. Rode wijn met La Casera. Gigantische dampende paellapannen. Mandjes brood. Van dat stevige, zware brood. Als je een stukje in het water gooit, gaat het bruisend op reis. Want er zit vis.
Mijn Fanta smaakt naar echte sinaasappels. Of naar citroen, als ik die bestel. Er zit een ribbeltje in de fles. Daar kan ik met mijn vinger langs. Santana speelt Samba pa ti op de radio.